GERARDUS HUBERTUS GALENUS VON BRUCKEN FOCK (1859-1935) - DE MUSICUS 86 Albert Clement In het najaar van 1995 zal in Zeeland een aantal activiteiten plaatsvinden ter herdenking van de zesh jaar geleden overleden musicusschilder en dichter Gerardus Huhertus Galenus von Brucken Fock (zie de rubriek Mededelingen in dit blad). De kwaliteiten van deze Zeeuw, geboren op het even buiten Mie. delburg gelegen slot Ter Hooge, rechtvaardigen zo'n herdenking ten volle. Dit artikel beoogt, voorn gaand aan de genoemde activiteiten, in kort bestek een indruk te geven van de kunstenaar. Als comp< nist, pianist, altviolist, kunstschilder, tekenaar, dichter en evangelist is hij zijn leven lang op zot geweest naar zijn bestemming. Van alle kunsten voelde hij zich met de muziek het meest verbonden. In zijn levensherinneringen is het bijgevolg in het bijzonder cle musicus die naar voren treedt; in deze ha - danigheid genoot hij tijdens zijn leven cle meeste bekendheid. De muziek, zal derhalve niet alleen in de herdenkingsactiviteiten, maar ook. in deze bijdrage de boventoon voeren. Ter nagedachtenis aan de in 1681 overleden Zeeuwse musicus Remigius Schrijver schreef ene S. van G. een lijkdicht, dat als volgt luidt: Hier leit hij, die geen rust aan 't rusten geven kon, maar leefde rusteloos; dies laat zig Wal'chren hooren: Door onrust, vlyt, en zorg, wierd Hy der kon sten bron. Dees Schryver van de Konst is uit mijn schoot geboren'. Indien er na Schrijver één Zeeuwse kunstenaar is geweest met wie men deze omschrijving ook in verband zou kunnen brengen, dan komt Gerard von Brucken Fock als geen ander in aanmerking. Onrust, vlijt en zorg waren deze markante per soonlijkheid geenszins vreemd. Niet alleen be woog zijn interesse zich een leven lang tussen re ligie en kunst, ook in de meest letterlijke zin leek hij op geen enkele plaats rust te vinden. Zijn aan dacht steeds van de ene naar de andere kunst, van het ene religieuze instituut naar het andere verleggend, verhuisde hij - voor een deel in sa menhang daarmee - van de ene plaats naar de andere. De kleurrijke Von Brucken Fock kan als het prototype van een 'romantische geest' wor den beschouwd. Jeugd Gerardus Hubertus Galenus von Brucken Fock werd op 28 december 1859 geboren op de aan cle rand van Middelburg gelegen buitenplaats Ter Hooge (Koudekerke). Hij had drie broers: Emile, Henri en Bonne. De eerste indrukken van Gerard waren die van de bomen en bossen, het water, de lucht en het gezang van vogels. Al spoedig was hij vervuld van de schoonheid der natuur, waarin hij zich graag terugtrok om er geheel leen in op te gaan. In zijn levensherinneringen zegt hij daarover: Maar o, hoe heerlijk was het dan om 's n •- middags weer buiten terug te keren, na r stilte en rust en eenzaamheid. Ja, ik was een eenzaamheids-fanatiker, had geen behoefte aan vriendjes of spelletjes en zat maar 't liel ,t alleen te staren naar de wolken, die soms zulke verbijsterende vormen van dieren aa- - namen, of ergens midden in het bos, of aan de rand van de grote vijver met zijn half ve - gaan schuitenhuis. Want ons buiten was geenszins een gesoigneerde luxeplaats, maar veeleer een stuk natuur2. In een van de prieeltjes was een gedicht van Reinvis Feith aangebracht, Beminlijk' Eenzaam beid, dat erg tot de verbeelding van Geraiv sprak. In zijn levensherinneringen omschrijft h: meermaals zijn eenzaamheid. Zoals zijn geboorte huis reeds doet vermoeden, waren zijn oudei welgesteld*. Omdat Gerard - volgens hemzelf in de ogen van zijn ouders 'ongezeggelijk er koppig' was, 'heel anders dan mijn twee broers die vlijtig en gehoorzaam zijn', plaatsten zijn ot ders hem op een kostschool in Kampen. Z brachten hem weg, samen met zijn broer Emile. De weg leidde over Amsterdam, waar zij in h> Amstelhotel logeerden. Hier vond een voorv i plaats, dat van grote, blijvende invloed op Von Brucken Focks zelfbeeld is geweest. Ik geef h t in zijn eigen woorden weer: In de salon, waar een piano staat, speel een paar stukjes, die ik uit mijn hoofd ke Een dame, die daar ook zit, maakt mijn vader haar compliment daarover. 'O', zegt mijn v.i-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1995 | | pagina 8