FORTEN OOSTELIJK ZEEUWS-VLAANDEREN
17
All) 4: Geschutstype uit
de zeventiende eeuw:
de culverijn.
Ln Couïevrme bat arele.
bleven alleen de aarden werken over. Het verlan-
dingsproces van de grachten of de verspoeling
van het contrascharp met de bolwerken deden de
forten verder aftakelen. Alleen St. Anthonis, St.
Steven, St. Pier, Het Pas, St. Marcq en Moerspuije
bleven na 1648 nog decennia lang in gebruik.
Vóór 1700 hadden alle voormalige Spaanse forten
bij Axel hun militaire functie verloren. Hooguit
werden sommige bij een Franse dreiging tijdelijk
wat opgeknapt.
In de achttiende eeuw werden nog enkele for
ten ten oosten van Axel gebouwd. Deze Staatse
fortenlinie (zie kaartje) begon bij Axel met de
'redoute' van Beoostenblije en liep door tot aan
het fort Nassau. Alleen het Eiland van Axel werd
toen nog met forten verdedigd; de Republiek ver
trouwde kennelijk uitsluitend op de tactiek van
inundatie. De bouw van het fort Eversdam bij de
inundatiesluis onderstreept deze strategie.
De bouw van de forten
De forten werden vooral gebouwd op aandrin
gen van de plaatselijke militaire bevelhebbers,
die de zwakke plekken in de verdediging het
best kenden. Als het een Spaans fort betrof, werd
het besluit tot aanleg door de Staten van Vlaan
deren of de Raad van State genomen. Aan de
Staatse zijde namen de Staten van Zeeland en/of
de Raad van State met de Staten-Generaal een
dergelijk besluit. Er werd een bouwplan opge
steld op grond waarvan het werk ter plaatse kon
worden uitgevoerd. De duur van de bouw hing
sterk af van de omvang van het fort.
Eerst werd volgens een bestek het grondwerk
aanbesteed. In zo n bestek werden de juiste ma
ten van het binnenterrein (=plein), de gracht, de
wal, het contrascharp, de bedekte weg en de bui
tengracht opgenomen. Indien er bolwerken wa
ren voorzien, werden daarover meer bijzonderhe
den vermeld, zoals de afmetingen van de oprit
(april) die vanaf het plein toegang gaf tot het bol
werk. Na de grondwerken volgden de aanleg van
de poort, de constructie van de ophaalbrug en de
bouw van de barakken. De zogeheten blokpoort
verschafte toegang tot het fort en werd in de wal
gelegd. De toegangspoort, die een rond gewelf
had, was beneden langer dan boven, omdat de
wal als een stijle dijk was gebouwd. De poortbe
stekken vermeldden alle bijzonderheden. Ook
voor de bouw van de houten brug werden aparte
bestekken gemaakt, die qua detail vergelijkbaar
zijn met molenbestekken uit die tijd. Aparte be
stekken bestonden eveneens voor de enkele of
dubbele soldatenvertrekken. Terwijl de soldaten-