64
DE SLUIS BIJ DE STADSSCHUUR
Afb. 2: Detail van de bouwtekening van de sluis bij de Stadsschuur (1763).
werd een huis gekocht om als smidse dienst te
gaan doen. Van een belendend pand werd een
deel van de grond gekocht, dat aan de stads-
smidse werd toegevoegd. Hierdoor kreeg de
Stadsschuur meer de functie van een groep ge
bouwen die dienst doen bij de bouwkundige
werken van de stad. Zo is het, zij het in uitgebrei
der vorm, tot nu toe gebleven. Op de Blauwedijk
verdween een reeks huizen, zoals De Blauselmo-
len, Bathlehem, Het Swavelvatt, De Glasblazerije,
De Goude Fontaine, Den Houttuin, Groffsmitt en
Nagelmaker, Den Blauwen Engel, De Witte Engel,
De Laurierboom en De Baas in 't Hert. Op de
Kousteensedijk verdwenen de panden Groenen
Hazenberg, Den Goeden Leeuw, De Vier Geme
ten, Den Gouden Cordewagen, Den Lantman, Ee-
cloo, De Guide Zandkarre, De Cabel, De Vlie-
boot, Het Swarte Anker, De Timmerbank,
Arnemuyden, 'l Groeneveld, St. Andries, De
Steenplaats, Hond in de Pott, Delfshaven, De drie
Bootshaken, De Harinckhuizen, De Bolle, Het
Prochiaans vaatje. Het Calfschip, den Kouwen-
dijk, Veere, De Cauw, De Cleene Princes, Name
loos, Den koning David, De Pluyme, 't Oude
Schippershuis, De Meye, den Armen Duivel en
het Rasphuis. Deze namen doen vermoeden dat
het voornamelijk om huizen van kleine am
bachtslieden ging die daar ook hun terreinen en
werkplaatsen hadden. Twee huizen dicht bij de
Vlissingse brug die toen reeds waren ingestort,
van Laurens de Wilde en L. Bout, werden voor
150 pond aan het eigendom van de stad toege
voegd. Hetzelfde gebeurde met twee huizen in
de Vlissingsestraat, van Pieter Nagtegaal en David
Orsel (ieder voor 225 pond).
Het gedeelte van de stad tussen de Vlissingse-
poort en de Stadsschuur was al een beetje een
rommelhoek. Dit werd nog erger door de werk
zaamheden die er werden uitgevoerd. Uit recente
opgravingen die bij de sloop van de gevangenis
werden verricht, is gebleken dat daar vele jaren
de stadsvuilstortplaats lag. Ook de Rooms-Katho-
lieke kerk had daar een plaats gekregen. Er was
wel vrijheid van godsdienst, maar wat niet tot de
reguliere kerk behoorde, moest genoegen nemen
met een onaanzienlijke en vooral niet storende
lokatie.
De Vlissingsestraat liep in de richting van het
Vlissings Wagenplein, aan het eind waarvan de
Vlissingsepoort stond. Vlissingsepoort en Dam
poort waren de twee fraaiste poorten, die de stad
bij nacht en ontij afsloten. Een brug over de sin
gel voerde naar de Vlissingseweg (nu de Oude
Vlissingseweg). De Vlissingepoort stond waar nu
de Schroebrug is. Het vergt wel enige verbeel
dingskracht om te beseffen hoe dit deel van de
stad, dat vroeger tussen de bolwerken besloten
lag, er vroeger uitzag. De Blauwedijk, de Schip-
persdijk, de Kalkstraat en de Kousteensedijk wa
ren toen bekende straten. In de stadssteentuin
werd hardsteen (koude steen) opgeslagen. We
moeten ons voorstellen, dat het stukje zoute