66 DE SLUIS BIJ DE STADSSCHUUR
voor 8.300 gulden. Koolman bleek een secuur
mens te zijn, want na overleg met de thesauriers
versterkt hij - voor de prijs van ruim 342 pond
(ca. 2000 gulden) - de dammen met puntpalen;
hij merkt op 'dat in het aannemen van zulke im
portante werken nog alteydens iets extra ordinair
komt te vallen daar geen mens hoe kundig ook
kan op gevat zijn'.
J. Allaart, een andere aannemer, kreeg 133,68
pond voor het uitgraven en afbreken van het
oude kleine sas. Hij sloopte voor de som van elf
pond ook de bovenbouw van het spuikanaal tot
op de fundering. Er werden pompen aangeschaft
door de stad en tras en kalk gekocht. Zoge
naamde kalk- en trasmeters kwamen eraan te pas
(ook dit was een beroep). De Sociëteit van de
Zaagmolens, die aan het einde van de Lange Ha
ven (de haven van Karei V heeft nu een nieuwe
naam!) bij Nieuwland was gevestigd, leverde het
hout. W. Wondergem leverde op 10 juli 1760
(was er iets te vieren?) voor 35,4 pond jenever
voor het werkvolk. Er werden emmers, mand
werk en een groot vat gekocht, ook houtdraaiers
en 'maljeniers' (ijzerhandelaars) leverden hun
aandeel in het werk, en de termijnen voor de
aannemers werden betaald. Het hardsteen werd
door de gezamenlijke steenhouwers geleverd. Er
werd ook gebruik gemaakt van hardsteen dat al
eerder dienst had gedaan: in een dekplaat staan
nog een paar letters die daarop wijzen. Uiteraard
werd ook baksteen gekocht, waarschijnlijk Bre-
mer-steen: er werden reiskosten gemaakt om
daarnaar te gaan kijken.
Het hele werk werd grotendeels in eigen be
heer uitgevoerd, zij het dat wel onderaannemers
werden ingeschakeld. Besloten werd de tien
beste metselaars die toen aan het werk waren, in
vaste stadsdienst te houden. Het metselwerk be
gon in augustus 1761.
In de Middelburgse Courant (toen ook zonder
ch!) van 28 augustus 1761 wordt vermeld: 'Heden
middag tusschen twaalf en een uuren is alhier
door de Heer Johan Hieronimus Huyssen, oudste
Zoon van den Wel-EdGest.Heer Mr. Alexander Jo-
ban Hieronimus HuyssenHeer van Kattendijke
Preasident Burgermeester van deze Stad, den eer
sten Steen gelegd, van het Muurwerk, welke de
scheiding tusschen de Nieuwe Sas en Spuy
maakt; op dezelve steen is zyn Wel-Ed Naam met
Capitale letters gekapt, en op de naast leggende
het Wapen van zyn Wel-Ed; gelijk ook het zelve
Wapen op de onderzijde van het Truweel was ge
sneden, en op de bovenzijde was de volgende
Inscriptie gegraveerd: Door de Heer Johan Hie
ronimus Huyssen, is den eersten Steen gelegd, aan
de nieuwe Sas en Spuy aan de Stadsschuur, den
28 Augustus 1761'. Johannes was toen acht jaar.
De eerste steen is waarschijnlijk tijdens de Ba
taafse Republiek met vele andere herinneringen
aan de bourgeoisie verwijderd; de steen is er al
thans nu niet meer.
Een andere bron voor de kennis van de histori
sche eindsituatie rond de Stadsschuur is een 'ba-
velaartje' dat in het bezit is van de Gemeente
Middelburg en een plaats in het stadhuis zal krij
gen. De afbeelding is ongeveer 25 cm. x 35 cm.
groot en in een gipsen, vergulde lijst gevat, ach
ter glas dat ongeveer 10 cm. van de achterwand
Afb. 4: Rasp- en spin
huis te Middelburg met
de watermolen en de
stadsschuur. Kopergra
vure, z.n. en z.j. Uit:
Smallegange, Cronyk.
RAZ, Zei. III. II 428.