72
ARCHEOLOGICA ZKI.ANDICA
Afb. 2: Reliëflampje (collectie Zeeuws Genootschap). Date
ring: vanaf eind eerste eeuw na Chr. Foto: ROB.
echt nodig. De pit werd van vezelachtig materiaal
- linnen, gedroogd mos, riet of iets dergelijks -
gemaakt. Voor brandstof wercl in onze streken
een spijsolie gebruikt: koolzaad-, lijnzaad- of vis-
olie, traan of andere plantaardige of dierlijke vet
ten.
Een lamp gaf ongeveer zoveel licht als een
kaars. Om meer licht te krijgen kon men de pit
iets uittrekken; voor dit doel werden de lampen
ook wel met meer tuiten uitgerust.
Functie
Olielampen werden voornamelijk binnenshuis
gebruikt. In het Romeinse begrafenisritueel dien
den ze onder meer om graven en tombes te ver
lichten. Ook werden olielampen als bagage voor
Afb. 3: Firmalampje (collectie Hubregtse). Herkomst: vlied
berg Duivendijke. Datering: 7S-200 na Chr. Foto: Provin
ciaal Depot voor de Bodemvondsten (B. Oele).
het hiernamaals aan doden meegegeven. Olie
lampen die als grafgiften zijn aangetroffen verto
nen meestal geen brandsporen. Verder werd er
ook wel een votief gebruik aan toegeschreven:
de lampen werden meegedragen bij religieuze
feesten of festivals, ze verlichtten huisaltaartjes,
relikwieënkastjes en tempels. Om een of andere
reden zijn er juist in tempels veel 'meertuitige'
lampen aangetroffen. Waarschijnlijk speelden
olielampen een speciale rol in de aanbidding van
goden. Af en toe werden oude lampen ook als
votiefoffering in het tempelterrein begraven.
De 'Zeeuwselampjes
In 1919 is door Siegfried Loeschcke een typologie
van olielampen opgesteld. Hij deelde de aarde
werken lampen in drie categorieën in: open lam
pen, firmalampen en reliëflampjes. Vanaf 75 tot
200 na Chr. was de zogenaamde firmalamp (zie
afbeelding 1) in zwang: een eenvoudige, onver
sierde lamp met een stempel van de maker of
werkplaats aan de onderzijde.
Aan het eind van de eerste eeuw werden de
reliëflampjes Bildlampenhet algemeen ge
bruikte lamplype. Rond het begin van de jaartel
ling overstroomden de lampjes van Italische ma
kelei de markt. Doordat deze door provinciale
werkplaatsen werden gekopieerd, was de Itali
sche dominantie snel voorbij. Deze lampjes wer
den met behulp van van een mal gemaakt: een
dunne laag klei werd in de twee helften van de
mal gedrukt. Door de mal eenmalig van allerlei
decoraties te voorzien werd het mogelijk, rijke,
met reliëf versierde lampen in massaproduktie te
vervaardigen. Allerlei motieven werden toege
past: niet alleen geometrische en plant- en dier-
motieven, maar ook mythologische, religieuze en
erotische scènes uit het dagelijks leven. De voor
stelling op het in afbeelding 2 getoonde reliëf
lampje is moeilijk thuis te brengen: in de concen
trische band rondom de vulopening is in elk
geval een hard lopende hond of wolf te ontwa
ren.
Naast deze twee Romeinse exemplaren (afbeel
dingen 1 en 2) bezit het Genootschap nog enkele
olielampjes van Vooraziatische herkomst.
Uit Zeeuwse bodem is slechts eenmaal - tij
dens de opgraving van een vliedberg bij Duiven
dijke op Schouwen-Duiveland -, en wel bij toe
val, een Romeins olielampje aan het licht
gekomen*. Onder het niveau van de standsporen
kwamen diverse aardewerkscherven uit de Ro
meinse tijd te voorschijn, waaronder een frag
ment van een terra n/öra-firmalampje uit de eer
ste of tweede eeuw van onze jaartelling. Dit
voorwerp bevindt zich in de collectie-Hubregtse
en is momenteel in het Zeeuws Museum tentoon
gesteld (zie afbeelding 3).