22
BOS IN ZEELAND
Afb. 6: De Schotsman
(N-Bev.). Overgang van
bloemrijke graslanden
via struweelgezelschap
pen naar opgaand bos.
Foto: Staatsbosbeheer.
land zulke bosbeelden (nog) niet. In het Neder
landse bosbeleid komt echter wel meer aandacht
voor productieve bossen op zeekleigronden.
Een paar feiten
Nederland bosarm land. Zeeland bosarmste pro
vincie. Dat levert, zoals we gezien hebben, maar
een paar procent bos op. Omdat Zeeland in hec
tares grond gemeten een kleine provincie is, is
het absolute aandeel in het Nederlandse bosare-
aal nog geringer: ongeveer één procent. We heb
ben het over ongeveer vierduizend hectare bos in
Zeeland, een oppervlakte ongeveer half zo groot
als Noord-Beveland. Van de 15 miljoen m3 hout
die jaarlijks in Nederland wordt gebruikt, produ
ceren de Nederlandse bossen maar acht procent,
oftewel ongeveer 1,2 miljoen m3. De rest wordt
geïmporteerd. Na olie is hout de grootste nega
tieve post op de Nederlandse betalingsbalans:
zo'n twee miljard gulden. Omdat bos in Neder
land naar de minst productieve gronden is terug
gedrongen, zijn scheve productieverhoudingen
ontstaan: 25 procent van het totale oppervlak aan
bos levert 75 procent van de Nederlandse hout
productie. De overheid wil onder meer door een
programma van bosuitbreiding de zelfvoorzie
ningsgraad opvoeren: de komende 25 jaar moet
er ongeveer 75 000 hectare bos bijkomen. Er
wordt vanuit gegaan dat met subsidiëring door cle
rijksoverheid en de Europese Unie door boeren
ca. 30 000 hectare bos op landbouwgronden zal
worden aangelegd. Een economische afweging
dus voor de boer.
Hoe is het Zeeuwse bos ontstaan?
Na de eeuwenlange ontbossing werden er in Ne
derland pas rond 1870 weer serieuze initiatieven
voor bosbouw genomen. De komst van kunst
mest maakte in die tijd heidevelden als onderdeel
van het agrarische systeem overbodig, en de
heide werd dan ook ontgonnen tot landbouw
grond. De allerarmste gronden werden bebost.
Dit gebeurde veel in de jaren twintig en dertig
van deze eeuw bij wijze van werkverschaffings
project.
In Zeeland werd in deze tijd de duinbebossing
op Westerschouwen aangelegd. Belangrijk doel
was het vastleggen van de duinen, die cle land
bouwgronden dreigden te overstuiven. Op grote
schaal werden Corsicaanse en Oostenrijkse den
nen aangeplant. Deze soorten waren enigszins
bestand tegen de extreme omstandigheden die in
de duinen heersen: het duinzand houdt vrijwel
geen water vast en in het onbegroeide duin be
staan aan de grond grote temperatuurverschillen
tussen dag en nacht, iets wat maar weinig plante-
soorten kunnen verdragen. Aan het waterpro
bleem werd bij de aanplant iets gedaan door on
der elk boompje een turf te begraven, die als een
spons het regenwater voor de jonge pionier vast
hield. Zeventig jaar later kunnen deze turven nog
onder de bomen worden aangetroffen. Ook el
ders in het duin is naaldhout aangeplant, en wel
in de duinen van Oranjezon. Voorts is naaldhout
aangeplant op de pleistocene zandgronden bij
Clinge-St. Jansteen en op de drooggevallen zand
platen van de Braakman, een paar jaar na de af
sluiting in 1952.
In die tijd kregen ook de beplantingen langs de
inbraakgeulen op Walcheren hun beslag. De bos
sen op de overslaggronclen langs de kreken bij
Rammekens, de Nolle, Westkapelle en Veere dra
gen tegenwoordig veel bij aan de schoonheid van
het Walcherse landschap. We zijn al lang vergeten
dat elke vierkante meter bos moest worden be
vochten als ware het een wezensvreemd element.