56
nehalenn1a
Correcties en aanvullingen
In de inleiding van Deae Nehalenniae luidde het:
'Op verscheidene punten zal het nu geschrevene
mettertijd wellicht verandering of aanvulling be
hoeven'28, Na 1971 zijn betrokkenen en geïnteres
seerden niet stil blijven zitten, met het gevolg dat
inderdaad hier en daar nieuwe inzichten zijn ge
groeid. Bovendien zijn nog meer stenen gepubli
ceerd. Het is wellicht nuttig het belangrijkste op
deze plaats kort weer te geven en de geïnteres
seerde lezer te wijzen waar hij er meer over kan
vinden.
1. Een altaar met een nis werd door ons ten on
rechte ara cum aedicula genoemd25. Waar deze
uitdrukking in inscripties voorkomt betekent ze:
'een altaar in een eigen kapel'3".
2. Al in 1970 waren vier brokstukken van een al
taar opgevist, waarvan werd gezegd dat 'de
breukvlakken zo verweerd zijn dat het niet te res
taureren valt'31. De restauratoren van het rmo zijn
er nadien toch in geslaagd er een geheel van te
maken (zie afbeelding 13). Opvallend is het in
verhouding grote beeld van Nehalennia. Aan haar
linkerzijde staat een scheepsroer en in de rechter
hand heeft zij de tros van een bootje32.
3. J.E. Bogaers en M. Gysseling verdiepten zich in
de varianten en de betekenis van de naam Neha
lennia33.
4. Een groot raadsel is wellicht dichter bij een op
lossing gebracht. In Deae Nehalenniae is het on
derstuk van een steen afgebeeld34 waar C.J. Over-
weel later, bij het onderzoeken van de
steensoorten, het bovendeel bij vond (zie afbeel
ding 14). Het is een voetstuk voor een beeld met
cle tekst: Immuni Primus et Ibliomarus
Trev(eri) v(otum) s(olverunt) l(ibentes) m(erito).
Van 'Immuni' was aangenomen dat het de naam
van een godheid was. Dat lag het meest voor de
hand, want die staat zo goed als altijd aan het be
gin. De naam Immunis zou dan ofwel een onbe
kende vrouwelijke godheid aanduiden, of een
poging zijn tot latinisering van de naam Nehalen
nia. In het laatste geval is er sprake van een in-
terpretatio Romana, het 'omdopen' van een in
heemse godheid tot een Romeinse god of godin33.
Daarvan bestaan legio voorbeelden. Dan zou de
inscriptie betekenen: 'Aan Immunis Nehalen
nia?) hebben Primus en Ibliomarus, uit Trier, hun
gelofte ingelost, gaarne en met reden'. Nader
hand bleek evenwel dat er een familienaam Im-
munius bestaat. Nemen we aan dat 'Immuni' de
meervoudsvorm daarvan is, dan zou dat een heel
andere lezing opleveren: 'Immunius Primus en
Immunius Ibliomarus hebben hun gelofte inge
lost'. Maar de naam van de godheid dan? De bo-
Afb. 15: Altaar, rmo. Kotenkalksteen, hoogte 58 cm. dn 27.
Inscriptie: Deae Nehagae?] niae Gimio Ga/nuent(ae?)
cons(istens) v(otum) s(olvit) l(ibens) m(erito), 'Aan de
godin Nehalaenia heeft Gimio, te Ganuenta wonend, zijn
gelofte ingelost, gaarne en met reden'.
venkant van de steen is plat, met in het midden
een rechthoekig gat met ijzer- en loodresten. Er
heeft dus iets opgestaan, waarschijnlijk een
beeld. Op de standplaat daarvan kan heel goed
'Deae Nehalenniae' hebben gestaan32'. Iets derge
lijks doet zich voor bij een beeld met bijbehorend