UtPELLE
69
om de spreeuwen uit de kersenbomen te hou
den. Menige Zeeuw zal zich dit werk nog goed
cunnen herinneren.
Het Fruitteeltmuseum schenkt ook aandacht
aan de Zeeuwse buitenplaatsen van Hollandse
rooplieden in de Gouden Eeuw, waar veel aan
dacht aan tuinarchitectuur werd geschonken.
Fruitbomen speelden daarin een belangrijke rol.
Kasteel Watervliet in de buurt van Heinkenszand
was lange tijd een van de mooiste en bekendste
ruitenplaatsen van Zeeland. De beroemde Franse
irchitect Daniel Marot, onder meer bekend van
het ontwerp voor de inrichting van de tuin van
.het Paleis het Loo in 1702, maakte een ontwerp
voor de tuin van kasteel Watervliet. Boomgaarden
met sierlijke hagen vormden een belangrijk on
derdeel van het ontwerp. Buitenplaatsbezitters
lieten hun fraai aangelegde tuinen graag vereeu
wigen op grote vogelvluchtschilderijen. Van deze
kasteeltuinen zijn nauwelijks nog restanten te vin
den. In het Fruitteeltmuseum worden de oor
spronkelijke ontwerpen tentoongesteld en kan
men zien hoe ooit de mooiste tuinen van Zee
land eruit zagen. Onderzoek in zeventiende- en
achttiencle-eeuwse literatuur bracht een leuke
wetenswaardigheid aan het licht. Petrus Hondius,
predikant te Terneuzen, legde in de zeventiende
eeuw rond zijn huis een bijzondere tuin aan, die
hij de 'Mouffeschans' noemde. Met de aanleg ver
scheen een boek over deze tuin, waarin Hondius
uitvoerig alle beplantingen beschrijft. Prins Mau-
rits bezocht deze botanicus enkele malen, en
Hondius noemde een nieuw gekweekte kers naar
hem: de Mauritskers.
Terug naar het heden
In de tussentijd zijn er honderden rassen bijgeko
men en de nieuwe ontwikkelingen zijn voor de
fruitteler nauwelijks bij te houden. Aan de ene
kant is er de consument, die steeds nieuwe eisen
stelt aan smaak, kleur, grootte en wijze van telen
van fruit, en aan de andere kant is er de fruitteler
die een sterk ras wil dat zo goed mogelijk be
stand is tegen ziektes en schimmels en weinig
onderhoud vergt, zodat bespuiten van de gewas
sen zoveel mogelijk achterwege kan blijven.
En de ontwikkelingen staan niet stil: voor het
plukken worden in Frankrijk - bij wijze van proef
- robots ingezet, omdat de grote hoeveelheid ar
beidskrachten die jaarlijks voor dit seizoenswerk
nodig is, de fruitteler telkens weer voor moeilijk
heden plaatst, zoals ook in onze streken. De laat
ste eeuw is het heel hard gegaan met nieuwe
ontwikkelingen in de fruitteelt. Het is het juiste
tijdstip om een museum op te richten teneinde
de oude technieken, voorwerpen en verhalen te
bewaren waartegen de bezoeker nieuwe ontwik
kelingen kan afzetten en daar de oorsprong van
kan achterhalen.
Met dank aan de heer K. Leeftink en de heer J.
Ruissen, oud-fmitteeltvoorlichter in Zeeland.
(Het Fruitteeltmuseum is geopend van woensdag
tot en met vrijdag van 13.00 uur tot 17.00 uur en
op zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur. Het mu
seum is gevestigd in de oude 'groene school' aan
de Biezelingseweg 10 in Kapelle. Het telefoon
nummer is (0113) 34 49 04.)
Literatuur
Van Hennik, J.J. 'Van fruithof naar moderne
boomgaard, ontwikkeling van de Zeeuwse fruit
teelt'. Zeeuws Tijdschrift 8/6 (1958) blz. 147-155.