82 signalementen Hans Sinke, Middelburg, architectuur en steden bouw 1850-1950. Eindredactie: Peter Sijnke. Fo tografie: Johan Sinke. Zwolle/Middelburg 1996. 112 bladzijden, rijk geïllustreerd (zwart/wit). Prijs: 35,-. isbn 90-40099-08-1. Het beeld van de stad Middelburg lijkt lange tijd vooral te zijn bepaald door de monumenten van vóór 1850. Dit boek, de Middelburgse resultante van het landelijke Monumenten Inventarisatie Project, breekt met die gedachte en portretteert de gebouwen en stadsuitleg tussen 1850 en 1950. Grote verdienste van dit werk is dat de monu menten niet als losstaande bouwwerken worden opgevoerd, maar dat zij in een historisch kader worden geplaatst. Helaas wordt deze interessante opzet niet in een inleiding geïntroduceerd en toe gelicht. De achterliggende visie op architectuur en stedebouw komt daardoor minder goed uit de verf. Om de monumenten hun plaats te geven in de historische context, maakt de auteur een verde ling in vier kaders: het ontstaan van Walcheren, belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de negentiende en twintigste eeuw, de situatie van Middelburg en directe omgeving tot 1850 en cle stedebouwkundige veranderingen in deze stad vanaf ongeveer 1800. De kern van het boek - de inventarisatie - be slaat meer dan de helft van de omvang en is ver deeld in een groot aantal categorieën monumen ten. De foto's van de monumenten gaan per categorie vergezeld van een toelichting, waarin de samenhang met maatschappelijke ontwikke lingen wordt verklaard. In bijschriften bij de fo to's vermeldt de auteur architecturale bijzonder heden. De jonge monumenten zijn geen getuigen van een glorieus Middelburgs verleden, zoals hun ou dere monumentale broers en zussen dat wel zijn. Middelburg verloor in de negentiende eeuw de finitief haar betekenis als handels- en havenstad en werd daardoor een verarmde provinciestad. Als provinciaal bestuurscentrum hield zij nog enige status overeind. Het industrialisatieproces, elders in Nederland reeds ingezet, kwam hier voorlopig niet op gang. Dat was wel het geval met de infrastructurele ontsluiting. Nutsbedrijven deden hun intrede, zoals een gasfabriek in 1854. De positie die het sterk groeiende elektriciteitsbe drijf eind jaren dertig innam, weerspiegelt zich in de monumentale uitstraling van het pzem-kantoor (1938) aan de Poelenclaelesingel, vooral dankzij de lange voorgevel met toren. De komst van de spoorverbinding Goes-Vlis- singen en de daardoor noodzakelijk geworden aanleg van het Kanaal door Walcheren rond 1870 gaven vorm aan de belangrijkste stedebouwkun dige veranderingen in Middelburg tot de Tweede Wereldoorlog. Stationsbrug en Stationsstraat vormden een nieuwe stadsentree. Dit gebied werd bestemd voor bebouwing met allure, zoals herenhuizen en hotels. Een heel ander beeld gaf het gebied achter deze fraaie panden. Het kwij nende bestaan van de bevolking leidde rond 1850 tot verval. Tot aan de Tweede Wereldoorlog toonde het gemeentebestuur echter weinig ambi tie om tot een oplossing te komen van het volks huisvestingsprobleem. Het Duitse bombardement in mei 1940 ver woestte naast de oudste bebouwing ook veel, soms zeer karakteristieke gebouwren uit de pe riode na 1850. Behalve een groot deel van de be langrijke bestuurlijke en economische bebouwdng ging in de binnenstad veel woonruimte van met name de armen- en arbeidersbevolking verloren. Uitbreidingsplannen waren onontkoombaar om te kunnen voorzien in voldoende nieuwe wonin gen. Deze plannen kregen vooral na de oorlog gestalte en luidden, door het breken met traditio nalistische opvattingen, een nieuwre fase in voor de Middelburgse architectuur en stedebouw. Ook het 'buitengebied' (Sint-Laurens en Nieuw- en St. Joosland) komt in het boek aan de orde. Dat is waardevol, omdat de contrasten in bebouwing tussen stad en dorp treffend uitko men. Jammer alleen dat op bladzijde 24 een kaartje van Sint-Laurens omstreeks 1866 per abuis plaats heeft gemaakt voor een kaartje van het ge heel buiten de orde zijnde Sint-Maartensdijk. Dit boek geeft een helder beeld van de sporen die de recente geschiedenis in de bebouwde om geving van Middelburg heeft getrokken. Daarmee is het een verdienstelijk overzichtswerk van be bouwing en stadsuitleg in een weinig glansrijke, maar wel belangrijke periode uit de Middelburgse geschiedenis. Jeanine Dekker

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 52