NEHALENNIA 4 .Mb- 6: Altaar voor Nechalenia. Kalksteen, hoogte 63 cm. Collectie va. Inscriptie: Deae Nechaleniae Üucuis) PalmiHus Saturninusv(olum) s(olvit) l(ibens) m(erito), 'Aan de godin Nechalenia heeft Lucius Patruilius Saturninus zijn gelofte in gelost, gaarne en met reden'. rechte streep met naar links een dwarsstreep (zie afbeelding 7). M. Gysseling maakte aannemelijk dat die bedoeld kon zijn om een en weer te ge ven". Ook elders treft men deze 'halve h' aan, vooral in de namen van Moedergodinnen in het gebied tussen Rijn en Maas15. Nog niet zo king geleden (1976) kwamen te Nettersheim-Zings- heim de namen voor de dag van een zekere Lucius ïuanonius Primus en van de door hem vereerde Matres Fa I inebae"' en in 1980 te Esch- weiler-Fronhofen (bij Aken) de naam van de Alafer \uiae (in veertien inscripties)'". Telkens staat er de halve H, in de laatst genoemde zelfs afwisselend H. 1 en c 1. Het nomen gentile (de familienaam) van de dedi- cant. Patruitius, is volstrekt nieuw. De enige er mee samenhangende naam is Patruitus, dat is echter een bijnaam (cognomen), die trouwens ook slechts eenmaal voorkomt. Het cognomen Saturninus daarentegen komen we in bijna vijf honderd inscripties tegen. Sumaronius Een altaar met inscriptie is in twee stukken boven water gekomen (zie afbeelding 8). Die breuk was er al in de oudheid, zoals blijkt uit de verticale sleuf in de rechterzijkant, waar nog resten van een ijzeren klamp zitten. Links boven mankeert nog een stuk. Op ieder van de zijkanten staat een eenvoudige hoorn van overvloed. Bovenop lig gen vooraan twee peren, achteraan twee appels. Niets bijzonders dus. Wél bijzonder is de inscriptie: Deae Nehale/niae Sumaro/nius Vitalis sesquipflica- riusj alae Noric(orum) Averini/us Secundus v(otum) s(olverunt) l(ibentes) m(erito), 'Aan de godin Nehalenia hebben Sumaronius Vitalis, sol daat van de ruiterafdeling der Norici. (en) Averi- niu.s Secundus hun gelofte ingelost, gaarne en met reden'. Sumaronius Vitalis en Averinius Secundus heb ben dit altaar met zijn tweeën geschonken. Hun voornamen vermelden zij niet. maar dat is niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 9