102 UNGER Afb. 3: Mede onder leiding van Elsa Unger-van Brero bloeide de Middelburgse afdeling van de Bond van Sociaal-Demo cratische Vrouwenclubs in de jaren twintig. Zelf staat zij niet op de foto. Collectie Gemeentearchief Middelburg, foto Johan Sinke. onderwijzer P.K. Peerlkamp. De partij behaalde bij de verkiezingen in 1918 ruim 26 procent van de stemmen in Middelburg, en een jaar later werd J. Onderdijk de eerste SDAP-wethouder in de Arnestad'7. Unger en zijn vrouw voelden zich in de partijafdeling thuis. Elsa van Brero was vanaf april 1916 secretaris van de afdeling Middelburg van de Bond van Sociaal-Democratische Vrou wenclubs. Zij ontpopte zich als een fel tegen standster van imperialisme en militarisme, en or ganisatorisch bracht zij de Middelburgse afdeling tot grote bloei. Een teleurgesteld man Unger bleef een behoedzaam marxist. Als econo- misch-historicus en archivaris pur sang vond hij dat niet de theorie maar de feiten het gelijk van de socialistische ideeën moesten aantonen. Te leurgesteld in de houding van cle redactie van De Socialistische Gids, die zijn expertise niet wenste te gebruiken, staakte hij medio 1922 zijn bijdra gen aan het blad. Sociaal-democraat bleef hij ech ter wel. Met cle marxist Van der Goes behield hij hartelijke contacten. Maar ook voor het door cul tuursocialist K. Vorrink geredigeerde Ajc-tijdschrift Opgang schreef hij een bijdrage. Ogenschijnlijk handelde dit artikel niet over politiek, maar over cle geschiedenis van Middelburg en Veere. Er klonk echter voor het eerst iets door van 'Welt schmerz', van teleurstelling over de gevolgen van de modernisering: 'De moderne cultuur heeft in de meeste menschen den zin voor het waarachtig schoone gedood; men vergaapt zich aan den schoonen schijn en jaagt goedkoop en gemakke lijk te verwerken verstrooiing na'18. Kunstgeschie denis nam daarna voor het echtpaar Unger de plaats van het historisch materialisme in. Eind fe bruari 1928 wilde Unger nog wel opdraven voor cle Vlissingse afdeling van het sociaal-democrati sche Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Zijn onderwerp beperkte zich echter tot 'Oud-Middel burg'. Van het historisch materialisme dat hij met jonge vak- en partijgenoten zoals Van Dillen, Van Ravesteyn, Posthumus en Van der Goes had ge deeld, bleef weinig over. Unger trok zich terug binnen cle vesting van het Middelburgse archief, teleurgesteld in vakbroeders, collega's en partijge noten. Terwijl zijn jonge vakgenoten bijna alle de universitaire ladder beklommen en uiteindelijk hoogleraar werden, bleef Unger in het excen trisch gelegen Zeeland slechts archivaris. Hij legde zich toe op bronnenpublicaties, waar ech ter door sommige vakbroeders met het nodige

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 26