CAD ZAND 109 den33. Op 25 juli ontvangen de Staten-Generaal een vijf dagen eerder geschreven brief van burge meesters en schepenen van het Vrije van Sluis, met in bijlage twee rekesten: één vanwege de kerkenraad van Groede en één vanwege de hoofdmannen van hetzelfde dorp. De lokale au toriteiten beklagen zich over het gedrag van de doopsgezinden die, in strijd met de resolutie van de Staten-Generaal van 22 januari en het daarop uitgevaardigde verbod, medio juli in hun 'verma ning' in de Slijkstraat bijeengekomen zijn. Dit on wettig bijeenkomen veroorzaakte de nodige op schudding onder de gereformeerde dorpelingen. De emoties liepen zelfs zo hoog op. dat het wei nig gescheeld had of het huijs daer de rnen- nonisten in waren vergadert soude inden gront getrocken geworden hebben indien sulx dooi den officier vander plaetse niet ware belet Om de gemoederen te sussen en eventuele nieuwe problemen te vermijden, besluiten de 'Hoog Mogende Heeren' dat de doopsgezinden tot de komst van de gedeputeerden van de Sta ten-Generaal naar Staats-Vlaanderen - met het doel om, naar oud gebruik, de magistraatscolle ges in het kwartier van Sluis te vernieuwen - en kel nog in de heerlijkheid Nieuwvliet samen mo gen komen35. Waarschijnlijk hebben de doopsgezinden door tegen het verbod van de Staten-Generaal in te gaan getracht een doorbraak te forceren in de slepende kwestie. Door de diverse overheden voor een voldongen feit te plaatsen, hoopte men alsnog de verlangde toestemming te verkrijgen. De Staten-Generaal weigerden evenwel aan de doopsgezinde druk toe te geven. Naar een oplossing Terwijl de doopsgezinden gedwongen worden onderdak te zoeken in Nieuwvliet, voelt de gere formeerde gemeente van Groede zich meer en meer bedreigd36. Blijkbaar vreest de gemeente dat de doopsgezinden erin zullen slagen om bij de autoriteiten concessies af te dwingen. Op 28 juli deputeert de kerkenraad ouderling Jan Jooss. naar de classisvergadering om er steun te vragen. Het 'vermaanhuis' in Groede mag nooit meer zijn deuren openen37. Het verzoek van de gemeente Groede noopt de classis Walcheren, ds. Teelinck te laten afreizen naar Den Haag om bij de gede puteerden van het gewest Zeeland aldaar de zaak van de gereformeerde kerk van Groede te beplei ten38. In Den Haag verzekert men ds. Teelinck dat de Staten-Generaal zullen blijven vasthouden aan hun eerder genomen besluit: de doopsgezinden dienen in Nieuwvliet te 'kerken' totdat de afge vaardigden van het generaliteitsbestuur de zaak ter plaatse in ogenschouw hebben kunnen ne men3". De classis verzaakt niet, en een maand la ter, op 4 september, resolveert men dat ds. Tee- lijnck en ds. Somer hun pogingen om de doops gezinde gebedsruimte in Groede te doen sluiten zullen voortzetten. Bovendien zullen zij voortaan steun krijgen van ds. Van Dort"'. In oktober arriveren de afgevaardigden van de Staten-Generaal in het kwartier van Sluis. Samen met de burgemeester en de griffier van het Vrije van Sluis en de gedeputeerden van de classis Walcheren begeven de vertegenwoordigers van de generaliteit zich naar Groede. Men komt er tot overeenstemming. Na langdurig aandringen van de afgevaardigde predikanten wordt besloten dat de doopsgezinden enkel binnen de limieten van de heerlijkheid Nieuwvliet in gebed zullen mo gen samenkomen". De Staten-Generaal bekrach tigen bij resolutie van 18 november 1647 deze overeenkomst. Het 'vermaanhuis' in de Slijkstraat in Groede is en blijft voor altijd gesloten. Epiloog Zoals ik in de inleiding al heb opgemerkt, kwam er met de bouw van het vermaanhuis in Nieuw vliet omstreeks 1657 een eind aan het dolende bestaan van de doopsgezinde gemeente in het land van Cadzand. Na zo'n dertig jaar op tal van plaatsen samenkomsten te hebben georganiseerd, beschikte de gemeente eindelijk over een gewet tigd gebedshuis. Ik meen nog enkele zaken te moeten aanstip pen. In de eerste plaats valt mij op dat het, na de bekrachtiging van de overeenkomst met de gede puteerden van de Staten-Generaal, nog zo'n tien jaar heeft geduurd vooraleer er een vermaanhuis in de heerlijkheid Nieuwvliet tot stand kon ko men. Was het een kwestie van geld of waren er andere factoren in het spel? Verder is het opmer kelijk dat ook de magistraat van het Vrije van Sluis inspraak had in de keuze van de plaats waar het vermaanhuis zou worden gebouwd: een weiland in de Groote St.-Annapolder nabij de hofstede van Philips Danneken'2. Ten derde ver dient het opmerking, dat diezelfde burgemeesters en schepenen hun fiat voor de bouwlocatie eerst op 2 februari 1655 verleenden. Was de bouw toen pas aan de orde of heeft men getracht een en ander te vertragen? In een brief gedateerd op 30 juli 1647 toont Pieter Beun aan hoe gemakke lijk het voor het college van het Vrije van Sluis was om de doopsgezinden aan het lijntje te hou den". Ten vierde valt op, dat datzelfde college een aantal aanvullende voorwaarden mocht stel len, zoals het verbod om nieuwe wegen mannepaden off toegangen te mogen maecken van de heerewegen ende specialick niet vande heerwech loopende door Ste Pier", om noortwae- ren op naer de voors. plaetse te connen gaen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 37