86 KEES DE HOND Afb. 1: Kees de Hond, 'Desinfecteren'. wantrouwen groeide naar een kritische houding die hij niet alleen op de maatschappij, maar ook op zijn eigen werk losliet. En kritiek, vooral zelf kritiek, is de basis voor ontwikkeling, kan leiden tot iets dat de naam kunst verdient. Hoewel Kees de Hond zijn schilderijen met een understatement 'plaatjes' noemt, beseft hij als geen ander dat hij zich voortdurend de opdracht stelt zo vorm te geven aan zijn ervaringen dat er sterke beelden ontstaan. Beelden die verder gaan dan uitingen van een gekwetst mens. Dat brengt zwoegen met zich mee en denken en constru eren. Kijken ook, met dat ene oog misschien nog wel meer dan anderen met twee. Niet alleen naar de wereld om hem heen. Ook naar kunst van an deren. Hij zag het gevoel voor menselijkheid van Rembrandt, de mathematische helderheid van Vermeer, de dramatiek van Goya. Hij leerde de consciëntieuze aanpak van Willink kennen en de composities van Dick Ket. Hij ontdekte de ver vreemding van Pyke Koch en het sarcasme van Otto Dix. Voorbeelden. Niet om slaafs na te vol gen. Kritisch kijken: hoe deden ze het? Wat is de verhouding tussen het beeld en de intentie die erin besloten ligt? Hoe lossen ze hun problemen op? Kees de Hond verwerkte de voorbeelden on bewust en groeide naar een eigen visie toe. Die heeft oppervlakkig gezien wel iets weg van het hyperrealisme, een stroming die in de jaren ze ventig opkwam en zich kenmerkte door een nauwkeurige, maar licht vervreemdende weer gave van de werkelijkheid. Zelf zie ik meer ver wantschap met het oeuvre van Co Westerik, vooral waar het de psychologische dimensie be treft. En herken ik in de soms bijna ontluiste rende eerlijkheid iets van het navrante dat zo ty perend is voor de schilderijen van Herman Gordijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 4