MlïNAU-MlfNTfc'M 121 houten huizen als de grotere 'steenhuusen' van de stedelijke elite behandeld. De wijze waarop Meischke daarbij het weerbare karakter van de stenen huizen niet alleen met behulp van bewaarde afbeeldingen, maar ook door het opne men van stedelijke bepalingen uitwerkt (in Mid delburg werd in 1275 bijvoorbeeld verordon neerd dat stenen huizen in verband met eventuele onlusten alleen aan burgers van deze stad verkocht mochten worden) is illustratief voor zijn benadering. Door gebruik te maken van ver schillende typen bronnen wordt hier een veel completer beeld van de architectonische ontwik kelingen geschetst dan alleen aan de hand van bewaarde resten mogelijk zou zijn. Systematisch onderzoek in de Zeeuwse archieven zou dit beeld nog veel verder kunnen preciseren. Het zelfde geldt voor de latere perioden, waarin de aandacht van de auteur gelijkelijk verdeeld wordt over de bouwwerken van bekende architecten en de beeldbepalende woonhuizen van de lokale aannemers. Vooral in Holland komt deze tweede groep uitvoerig ter sprake. Voor het Zeeuwse noet nog het nodige onderzoek gedaan worden. De zesenvijftig huizen die de Vereniging Hen- drick de Keyser in Holland en Zeeland (met uit zondering van Amsterdam) bezit, worden in het tweede deel van het boek uitvoerig besproken. Geïllustreerd met oude en nieuwe foto's, platte gronden en dwarsdoorsneden komen van elk huis in- en exterieur, alsmede de belangrijkste be woners aan bod. In Zeeland bezit de vereniging achttien panden in Goes, Middelburg, Sluis, Yeere, Vlissingen en Zierikzee. Het betreft, met uitzondering van het Vlissingse Beursgebouw, vooral woonhuizen van de stedelijke elite. Bij zonder is de aandacht die gegeven wordt aan en kele tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoeste panden. De Middelburgse huizen 'In de Steen- rotse' en 'De Globe', beide tijdens het bombarde ment van 1940 vernietigd, worden in dit boek uit voerig behandeld. Deze aanpak leidt ertoe dat hier voor het eerst een opmerkelijk goed beeld van de laat zestiencle-eeuwse woningbouw in Middelburg kan worden gegeven. Ook de be spreking van het in 1944 verwoeste pand Hoog straat 20 in Sluis is om die reden interessant. Ho pelijk zal de aandacht die aan dit pand geschonken wordt, een stimulans zijn om in de toekomst meer aandacht te besteden aan de enorme vormenrijkdom die vóór de verwoestin gen tijdens de Tachtigjarige Oorlog in de Zeeuws-Vlaamse steden te vinden was. Een enkele drukfout daargelaten (zo vindt het bombardement op Middelburg op bladzijde 9 in 1944 plaats!) is dit een prachtig boek. Het beeld materiaal is van zeer goede kwaliteit. Zowel het historische materiaal als de moderne foto's zijn met kennis van zaken gekozen, terwijl aan een goede weergave bijzonder veel aandacht is be steed. Waarachtig geen sinecure bij zoveel voor oorlogse foto's! Storend is alleen de fotoverant woording. Om onnaspeurlijke redenen heeft men ervoor gekozen in het eerste gedeelte van het boek de vindplaatsen van de afbeeldingen in de bijschriften te vermelden, maar de lezer voor het tweede gedeelte te verwijzen naar een lijstje ach terin. Een uitvoerig notenapparaat en drie regis ters (op zaken, personen en plaatsen) maken het boek ook goed toegankelijk voor wie naar be paalde deelonderwerpen op zoek is. Al met al een naslagwerk dat nog vele jaren zijn waarde zal behouden. C.E. Zonnevylle-Heyning Zeeland maritiem 1998. Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1997. 56 af beeldingen, waarvan 34 in kleur. Prijs: 25, (leden van het Genootschap: 22,50). Vorig jaar besloot het Genootschap de mogelijk heid van een uitgave van een bureau-agenda, geïllustreerd met reproducties uit de Zelandia II- lustrata, de historisch-topografische atlas van het Genootschap, te onderzoeken. Dit onderzoek le verde gunstige resultaten op: er bleek ruim vol doende belangstelling voor de agenda te zijn. Nu is Zeeland maritiem 1998 er dan, prachtig op tijd dus. Het gekozen thema ligt voor zo'n eerste uit gave voor de hand en sluit bovendien aan bij een gelijknamig toeristisch project van het provinciaal bestuur. De vormgeving is de gebruikelijke voor een bureau-agenda: formaat 20 cm. x 20 cm., ringband, één week per bladzijde, met op de te genoverliggende pagina een reproductie, voor zien van een korte beschrijving in het Nederlands en het Engels, Het mag wel gezegd worden: de agenda ziet er prachtig uit. Veel afwisseling, de vormgeving (door Inge van der Kooij) is heel mooi en treffend van eenvoud, de uitvoering (door Snoeck-Ducaju, beroemd vanwege zijn agenda's en almanakken) voortreffelijk. De verwende con sument van tegenwoordig had misschien liever gezien dat alle afbeeldingen in kleur waren, maar de Zelandia Illustrata is nu eenmaal een prenten- en tekeningenverzameling die ook veel materiaal in zwart-wit bevat, en dat is dikwijls minstens zo interessant als de gekleurde afbeeldingen. Valt er dan niets meer te wensen? Eigenlijk wel: je wordt er zo nieuwsgierig van. Je zou van al die afbeeldingen meer willen weten: wat was de kunstenaar voor een persoon, wat is de histori sche context van de afbeelding, wat staat er alle maal op, voor welke gelegenheid is hij gemaakt? Bij elk plaatje zou je minstens een bladzijde toe lichting wensen: allemaal nog te schrijven afleve ringen van 'Hetzelve anders'. Maar het is te be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 49