'MIJN BLOND-OMDUIND ZEEUWSCH EILAND' - P.C. BOUTENS EN
ZEELAND
1
Marco Goud
Op 21 november 1997 werd in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg een tentoonstelling over de nala
tenschap van de in Middelburg geboren dichter P.C. Boutens 1870-1943geopend. De bibliotheek kon
in 1996 een honderdtal boeken uit Boutens' nalatenschap van de erven Boutens aankopen en toevoe
gen aan de toch al omvangrijke Boutens-collectieDaarmee beschikt de Zeeuwse Bibliotheek over de
grootste collectie van gedrukte werken van Boutens. Bij deze gelegenheid verscheen het boek De P.C.
Boutens-collectie van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg (in deze aflevering van zeeland gesigna
leerd).
Boutens' liefde en bewondering voor Zeeland,
vooral Walcheren, waren groot. Boutens zou latei-
verhuizen naar Utrecht, Voorschoten en Den
Haag, maar hij bleef naar Zeeland komen. Op
een prentbriefkaart van de duinen en zee bij
Zoutelande schreef hij in september 1917 aan zijn
vriend Anton van Herzeele:
Heden maakte ik bij uitnemend weer een fiets
tocht over Domburg, West-Kappel, Zoutelande
enz. Van Toorop is geen spoor in Domburg be
kend. 't Is Jan zonder Land, zonder Huis, zonder
Adres. Maandag a.s. kom ik weer terug, daar
Dinsdags geen sneltreinen meer loopen. Wat was
Walcheren prachtig vandaag, vooral de zee bij
Zoutelande, onbegrijpelijk'!
Deze briefkaart laat zien dat Boutens niet alleen
een wereldontheven dichter was die hermetische
verzen schreef in zijn Haagse herenhuis. Boven
dien wordt de vriendschap tussen Boutens en de
schilder Jan Toorop aangestipt, waarover ver
derop meer.
Over Boutens en Zeeland raakt men niet uitge
schreven. Zijn poëzie zou zonder het Zeeuwse
landschap en de zee niet dezelfde zijn2. Het is al
lemaal begonnen op het gymnasium in Middel
burg. De jonge Boutens werd lid van het gymna
siastengenootschap 'Nihil sine labore' en droeg
daar zijn eerste verzen voor en een opstel getiteld
'De Zee'3. In 1890 ging hij in Utrecht klassieke let
teren studeren. Hij werd lid van het Utrechtsch
Studenten Corps en schreef voor het gezelschap
'Zeeland' een clublied, waarvan het eerste cou
plet als volgt luidt:
Er klinkt in ons hart wel een lied van het Zuiden
Als 't verre geruisch van de Zee;
Een lied van een goed en heerlijk beduiden,
Van vriendschap, van vreugde, van vree.
Dat zwell' en dat daver' in volle geluiden
En iedere Zeeuw zingt het mee1.
Het thema van "t verre geruisch van de Zee' zou
nog vaak terugkeren in Boutens' poëzie. Hoewel
dit lied niet representatief is voor Boutens' latere
werk, doet het wel denken aan het 'Nieuw
Zeeuwsch Geuzenlied' (1926).
Ter gelegenheid van de jaarwisseling
1995-1996 bracht uitgeverij Bijlevelcl te Utrecht
de bloemlezing Zeven zangen uit Zeeland uit, sa
mengesteld door A.L. Sötemann. Het bevat zeven
Zeeuwse gedichten van Boutens: 'Regenboog',
'Veere', 'September-dag op Walcheren', 'In de
manteling bij Domburg', 'Hart en land', een pas
sage uit 'Verbeelde reis' en 'Domburgsch
uitzicht'3. Sötemann is bij zijn keuze uitgegaan
van Boutens' bundels. Wanneer ook gekeken
wordt naar voorpublicaties en ongepubliceerd
werk, zijn er nog meer gedichten van Boutens
met verwijzingen naar Zeeland te vinden. In dit
artikel wil ik daaraan enige aandacht schenken.
Ik zal daarbij ook ingaan op de relatie tussen
Boutens en Toorop.
Boutens in Domburg
Boutens logeerde in de zomer van 1903 in Hotel
de l'Europe in Domburg6. Domburg was in die
tijd een plaats waar veel kunstenaars kwamen om
te schilderen. Toorop kwam er vanaf 1898,
Mondriaan zou er vanaf 1908 komen werken.
Ook kwamen er veel mensen uit het buitenland
om te kuren en te genieten van de zee en het bij
zondere Walcherse landschap. Boutens kwam
meer dan eens naar Domburg en liet zich inspire
ren tot het schrijven van bekende gedichten als
'Domburgsch uitzicht' en 'In de manteling bij
Domburg'. Maar hij heeft er meer gedichten ge
schreven.
In december 1903 verscheen een tiental ge
dichten van de hand van Boutens in De Gids. Na
het sonnet 'Veere' volgde het sonnet met de titel
'Zondagmorgen aan zee'. De tekst luidt als volgt: