48 BLOEMDIJKE Afb. 1. Micro klimaat. toop dat ook op de Zeeuwse bloemd ijken in het Estuariendistrict het meest wordt aangetroffen. Het Renodunaal district is een Duindistrict, dat zich onderscheidt van het Waddendistrict door het voorkomen van talrijke stroomdalplanten. Bo vendien komen er een aantal kalkminnende plan ten voor, die men niet of nauwelijks in het Fluviatiel district vindt, maar wel in het Zuid- Limburgs district en eventueel in het Estuarien district. Het Estuariendistrict vormt dus een knooppunt van het Fluviatiel en het Renodunaal district; alle drie worden ze gekenmerkt door warmte- en kalkminnende soorten. Deze ligging op een knooppunt van duinen en rivierestuarium en het naar verhouding warme klimaat, nog eens ver sterkt door het microklimaat van de zuidhelling, maakt bloemdijken in Zeeland een bijzonder mi lieu. De meeste kenmerkende bloemdijkplanten zijn gebonden aan dit milieu en zijn dan ook Me diterraan-Atlantische soorten. Op de warme zuid hellingen vinden we clan ook soorten met een Mediterraan-Atlantische verspreiding, zoals Ge vlekte rupsklaver en Knopig doornzaaddie in Zeeland de noordgrens van hun verspreidingsge bied bereiken. Het feit dat in Zeeland de rivieren en de kust samen komen, vergroot de soortenrijkdom; beide gebiedstypen leveren specifieke soorten, zoals Graslathyrus, Ruige anjer, Ijzerhard en Marjolein als stroomdalsoorten en Echte kruisdistel en Ge >1 walstro als kustsoorten. Daarnaast is de kalkrijk (matig) voedselrijke bodem voor Nederland bi - zonder. Met name op kalkrijk zand en lichte z. - vel groeien op warme plaatsen veel zuidelijke soorten, clie verder in Nederland weinig voorko men, zoals Rmve klaver en Kleine rupsklaver. De variatie in hoogte, expositie, bodem, kali vocht en inclinatie leidt nog eens tot aanzienlijke standplaatsverschillen, met veel verschillend e plantensoorten. Naast de samenstelling van d e bodem blijkt uit diverse onderzoeken het gebrui en beheer van het grootste belang. Deze beïi - vloeden namelijk tevens de vocht- en nutriëntei - huishouding.3 Sociologie "De plantengroei om ons heen vertoont gee 1 chaos, maar kent een zekere mate van ordenin Dit is een empirisch gegeven waar een ieder me e vertrouwd is: men verwacht geen waterlelie i t een roggeakker en geen madeliefje in het bo Elke plantensoort stelt bepaalde eisen aan zi t omgeving en is als zodanig ook een representai t hiervan."4 Bepaalde soortencombinaties worden steeds in bepaalde milieus aangetroffen. De vegetatie ve -

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 10