56 JAN PERSANT SNO] P 24 september 1838, wordt aangesteld op een salaris van 200,- per jaar.6 Omdat het 19de- eeuwse dode stadje Veere voor een jong, actief en kundig medicus geen enkel perspectief biedt dient hij twee jaar later zijn ontslag in. Het stads bestuur van Veere stuurt hem een ontslagbrief waarin staat dat hij zijn praktijk "met de meeste naauwgezetheid heeft vervuld" en bij de "ten uit voerlegging van onderscheidene en gevaarlijke kunstbewerkingen zijn ijver met de gewenschte gevolgen en buitengewone belooning bekroond heeft mogen zien" zodat hij "door een en ander in de algemeene achting zijner medeburgers en het vertrouwen zijner hulpbehoevende natuurge noten heeft mogen deelen"7. Op advies en met hulp van zijn oud-leermees ter J. de Man Jz. - vader van dr. J.C. de Man en lector in de anatomie aan de Geneeskundige School - vestigt hij zich in augustus 1840 in Wol- faartsdijk waar hij zich associeert met Arend Herdink, sinds 1800 heelmeester in Wolfaartsdijk, tevens gemeentesecretaris (1820-1843) en lid van de gemeenteraad (1810-1851). Twee jaar later be dankt Herdink voor de functie van gemeente geneesheer en wordt Snoep, bij besluit van 18 november 1842 no. 321", benoemd tot Plaatselijk Genees-, Heel- en Verloskundige onder genot en uitkering van een jaarlijks tractement van 225,-, voor welk bedrag hij de armen en onvermogen- clen, voorzover die door het armbestuur en de Nederlands hervormde diaconie worden geali- menteerd, moet behandelen en van geneesmid delen voorzien. Bij zijn komst in Wolfaartsdijk, in de zomer van 1840 verkeert het gezin Snoep nog in zijn opbouwfase. Het bestaat uit een 25-jarige man, zijn 26-jarige vrouw en twee dochters, vijf respectievelijk een jaar oud. Een jaar na hun komst wordt een zoon geboren die naar zijn Goese grootvader Thomas wordt vernoemd, twee jaar later gevolgd door een tweede zoon die de naam krijgt van zijn Middelburgse grootvader Hendrik. Ruim zeven jaar later wordt een derde dochter geboren, waarmee het gezin compleet is. Als na een aantal jaren Herdink de praktijk neerlegt, zet Snoep de Wolfaartsdijkse praktijk voorlopig als solist voort. De goede naam die hij verwerft bezorgt hem een uitgebreide praktijk, die zich op den duur uitstrekt tot in Goes en tot op Noord-Beveland. Om deze uitgestrekte prak tijk aan te kunnen trekt hij leerlingen aan waar onder zijn beide zoons, die hij zelf opleidt tot heel- en vroedmeester.9 Behalve gezin en praktijk groeit ook het aanzien dat de jonge Snoep zich onder zijn Zeeuwse collega's verwerft. Het kader waarbinnen dit gebeurt is 'De Vereeniging van Genees- en Heelkundigen in Zeeland'. Naast zijn gezin, zijn uitgestrekte plattelands praktijk die hij meestal "te voet afdeed"10 en de hierboven genoemde beroepsvereniging, besteedt hij tijd aan de Wolfaartsdijkse dorpsgemeenschap "waar hij veel doet voor het sociale leven, c e boogschutterij herstelt en samen met zijn vrier d ds. Dresselhuis niet weinig de volksontwikkelir g bevordert"". Opvallend voor een dorpsmedici s in een volledig orthodox protestantse 19d - eeuwse leefgemeenschap is het feit dat hij groc - meester wordt van de Goese vrijmetselaarsloge 'de Opgaande ster van het Oosten'. Minstens zo opvallend voor een niet-univer; - tair opgeleide negentiende-eeuwse plattelandsg - neeskundige is zijn lidmaatschap van h t Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappe n (1854), het Genootschap ter bevordering der G - nees- en Heelkunde te Amsterdam (I860), h t corresponderend lidmaatschap van het Mediscl - Physisch Genootschap te Hoorn (1843) en van c.e Société médicale d'Emulation de la Flandre Occ - dentale (1850). In 1870 wordt het gezin Snoep door een cata: - trofe getroffen. Binnen een week overlijden, ni een huwelijksduur van minder dan drie jaa beide schoonzoons, W.F. Hanjoel, heelmeester i Hoofdplaat en H.J. Kniphuizen, leraar aan d RHBS te Middelburg, beiden na een langdurig ziekte. De twee jonge weduwen, de oudste a - leen, de jongste samen met een kind van twee maanden keren naar Wolfaartsdijk terug. Vijf jar r later maakt een tweede catastrofe in één klap ee: i eind aan de veelbelovende carrière van de ouc ste zoon, Thomas Snoep, apotheekhoudend huis arts in Kapelle. Het drankje dat hij aan de vade van een tweejarig patiëntje had meegegeven en dat hij uit een, door een uitstekend beken' staande Goese apotheker geleverde, voorraadfle had overgeschonken, bevatte in plaats van ee onschuldig ijzerdrankje een onverdund sterk zui waaraan het kind enkele uren na inname ovei - leed. De Goese Rechtbank verklaart Snoep j schuldig "(,..)aan onwilligen manslag (dood door schuld) door onvoorzichtigheid en achtelooshei gepleegd onder verzachtende omstandigheden e: veroordeelt hem te dier zake tot eene gelclboet - van drie honderd gulden en in de kosten van ht regtsgeding 12. Dit vonnis, strijdig met vele1' rechtsgevoel, veroorzaakte destijds in medisch Zeeland veel commotie. In 1877 vertrekt Thomas Snoep uit Kapell waar zijn praktijk door zijn broer Hendrik, voor heen geneesheer in 's-Gravenpolder, wordt voort gezet. Twintig jaar later overlijdt hij in Nijmegen onder omstandigheden die sterk doen denkei aan zelfmoord. Op 20 Augustus 1880 herdenkt cl< Wolfaartsdijkse dorpsgemeenschap op feestelijk» wijze het feit dat hun dokter zich 40 jaar eerde in Wolfaartsdijk heeft gevestigd. Voor de woninj is een erepoort opgericht, in de versierde en (ir de avond) geïllumineerde tuin zorgt het, mede door Snoep opgerichte, fanfarecorps 'Eendrach maakt Macht' uit Kortgene voor een muzikale omlijsting. In de middag komen deputaties var

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 18