i iOEKBESPRE KINGEN
79
over het schrift zelf en wat daarmee samenhangt,
zoals historische chronologie en geld. Anderzijds
zijn er hoofdstukken over maatschappelijke the
ma's als verkeer en vervoer, armenzorg en land
bouw. Net als de Gids voor historisch onderzoek
alt het boek eigenlijk in twee delen uiteen. Eerst
worden behandeld oud schrift, afkortingen en cij-
ers, tijdrekenkunde, geld en maten en gewich
ten. Vooral deze onderdelen zullen de onderzoe
ver van nut zijn. Daarna volgen hoofdstukken
>ver bestuur (gewestelijk en plaatselijk en apart
rog Zeeuwsch-Vlaanderen), justitie en politie,
rolders en waterschappen, notarissen, kerk en
onderwijs, voorouders, belastingen (gewestelijke
en plaatselijke), armenzorg, landbouw, handel,
lijverheid en visserij, verkeer en vervoer en ten
slotte oorlogsvoering en landsverdediging. In een
aparte literatuuropgave worden de voornaamste
standaardwerken genoemd. De bij de maatschap
pelijke thema's genoemde titels lijken evenwel
wat willekeurig gekozen.
Ten behoeve van het voornaamste doel waar
oor het boek is gemaakt, het 'ontcijferen' van
rude handschriften, worden de archiefstukken
geflankeerd door een transcriptie (erg verleidelijk
voor afkijken) met verklarende noten. In de op-
naak van de transcriptie is de oorspronkelijke
ekst goed herkenbaar, al komt het niet altijd dui
delijk uit wanneer er aantekeningen in de linker-
narge staan. Duidelijk voor de gebruiker is het in
ursief aangeven van de opgeloste afkortingen in
de transcripties.
Ter vergroting van het inzicht worden de ar-
biefstukken in een inleidend stuk in hun histori
sche context geplaatst. Deze inleidingen zijn door
hun beknoptheid niet altijd even helder en even
wichtig van opbouw. In het hoofdstuk Handel,
nijverheid en visserij wordt bijvoorbeeld eerst in
gegaan op de zeventiende- en achttiende-eeuwse
handelscompagnieën, waarna wordt terugge
keerd naar het stapelrecht in de Middeleeuwen.
De inleidingen bij Belastingen hadden beslist wat
uitvoeriger kunnen zijn. Hier en daar zijn wat
schoonheidsfoutjes geslopen in het consequent
doorvoeren van naamgeving en typografie van
kopjes en het gebruik van witregels.
De uitgave is fraai verzorgd. De omslag met
een tekening van een (linkshandige) klerk en wat
penprobeersels onder enkele regels zestiende-
eeuws schrift is treffend gekozen. Het in een af
wijkende kleur aangeven van de ontwikkeling
van de lettervormen is heel duidelijk. De teksten
zijn goed weergegeven. Wel is hier en daar he
laas een woord van de foto 'afgevallen'. De af
beeldingen als voorbeelden bij het onderdeel tijd
rekenkunde zijn wel erg klein geworden, zeker
als zij mede bedoeld zijn ter oefening in het le
zen. De foto's bij de inleidingen lijken meer be
doeld om het boek wat aantrekkelijker te maken
en leveren nauwelijks een bijdrage aan een beter
begrip van de tekst.
Al met al is Werken met Zeeuwse bronnen een
aanwinst voor een grote groep van historisch
geïnteresseerden, en het zal zeker, mede door de
literatuurverwijzingen, als een eerste naslagwerk
dienst gaan doen bij het lezen van oude Zeeuwse
teksten. Daarbij zal het menigeen veel puzzelple
zier opleveren en waarschijnlijk naar meer doen
smaken. Zoals voor veel zaken geldt, is oefening
ook hier de beste leermeester. Ook dit is slechts
een begin en men moet na lezing de oude ar
chiefstukken zelf te lijf.
F. van der Doe