genootschapsverzamelingen
45
Alb. 5. Voorwerpen van geslepen en gepolijste serpentijn: L
vezels. De doorsnede van deze vezels is 0,002 tot
0,001 mm. Deze soort asbest is verreweg het
meeste gebruikt.
Inosilicaten
Crocidoliet
(Gr. krokis, -idos, 'draadje'; lithos, 'steen'). Zoge
naamde 'blauwe asbest'. Werd veel toegepast bij
de bouw van oorlogsschepen.
Amosiet (Gruneriet)
Nauw verwant aan chrysotiel maar donkerder van
kleur; daarom ook wel 'bruine asbest' genoemd.
Het werd in 1907 ontdekt in Transvaal. De naam
werd in 1918 gegeven als afkorting van 'Asbestos
Mines of South-Africa'.
Anthophylliet
(Gr. anthophyllum'bloemblad'). Herkomst Oost-
Finland.
Tremoliet
Genoemd naar Val Tremola, St. Gotthard, Italië.
Speelt als verontreiniging een rol in de verwek
king van kanker.
izard Head, Cornwall, G.B.
Actinoliet
(Gr. aktis, -inos 'straal', lithos'steen')
Nefriet
(Gr. nephros, 'nier'). Variëteit van actinoliet. Een
typische amfibool; op jade gelijkend.
Antigoriet
Genoemd naar Antigorio in Italië.
Riebeckiet
Genoemd naar de Duitse ontdekkingsreiziger
E. Riebeck.
Glaucofaan
(Gr. glaucos, 'blauw', phanos, 'gelijkend')
Amiant
(Gr. amiantos, 'zuiver' of 'onaantastbaar') Che
misch en fysisch vergelijkbaar met actinoliet en
tremoliet. Heeft qua voorkomen een sterke gelij
kenis met watten of vilt.
Hoornblende
Ontstaat rechtsreeks in magmatische (vulkani
sche) gesteenten. Dit asbestmineraal heeft de