b dekbesprekingen 77 F W.Stuij, De Lage Landen en bun grenzen. Tus sen Verdun en Londen: 1000jaar grensgeschiede- is met Frankrijk. Terneuzen, Heemkundige Ver eniging Terneuzen, 1998. 112 blz., foto's, kaarten, 1 :eratuurlijst. Isbn 90-803089-2-7. Irijs: 39,50. 1 >e Terneuzense amateur-historicus P.W.Stuij staat bekend om zijn publicaties over de Rijksgrens t .issen Zeeuws-Vlaanderen en België. In dit werk heeft hij zijn vleugels verder uitgeslagen: het be- 1 andelt de geschiedenis van de grens tussen de lage Landen en Frankrijk. Het werk valt in twee delen uiteen. Het eerste c eel omvat de geschiedenis van de grens tussen h et Duitse Rijk en Frankrijk van het verdrag van Verdun (843) tot het verdrag van Kamerijk (1529). zoals bekend werd in 843 het Karolingische kei zerrijk verdeeld tussen de drie zonen van Lode- ijk de Vrome. Het Middenrijk heeft maar kort 1 estaan, en sindsdien grensden het Franse en het Duitse rijk direct aan elkaar. Deze grens liep merkwaardigerwijs dwars door Vlaanderen; de Vier Ambachten en nog enkele stukken behoor- c en tot het Duitse Rijk. Van die grenspositie heb ben de Vlaamse graven handig gebruik gemaakt m zich een onafhankelijke positie te verwerven. 1 iaardoor begon de grens ook steeds meer te ver- \agen. Toen de graaf van Vlaanderen (Karei V) ook Duits keizer was geworden, kon Vlaanderen ich geheel van Frankrijk losmaken. Bij het ver- drag van Kamerijk van 1529 gaf Frankrijk zijn rechten op Vlaanderen op. Het tweede deel van het boek gaat over de grens tussen de Nederlan den en Frankrijk van 1529 tot 1839. Dit verhaal i peelt zich hoofdzakelijk af in de buurt van de l uidige Belgisch-Franse grens. De geschiedenis van de grens vóór 1529 wordt gekenmerkt door vaagheid. In de vroege Middel eeuwen zijn de exacte plaats van de grens en de erschuivingen daarvan niet altijd duidelijk. In wee bijlagen (overdrukken van reeds eerder ver dienen artikelen) gaat Stuij in op de vraag of het ,and van Waas een Franse enclave in Duits ge- oied is geweest en op de ligging en betekenis an de Ottogracht, die van Gent naar de Wester- schelde zou hebben gelopen. Ondanks een uitge breide documentatie weet hij hierover nog niet iet laatste woord te spreken. In de Bourgondi sche tijd krijgt de grens binnen Vlaanderen een zuiver theoretisch karakter; niemand hechtte er ïog betekenis aan. Het deel dat de grensverande- ingen na 1529 behandelt is voor Zeeuwse lezers Hinder interessant, omdat het zich ver van Zee and afspeelt. De auteur heeft veel werk gemaakt van zijn studie en een enorme hoeveelheid literatuur doorgeworsteld. De feiten, die aanleiding gaven ot grenswijzigingen, zoals oorlogen en verer- zingskwesties, zijn uit de gangbare literatuur ech ter wel bekend. Alleen over de vroeg-middel- eeuwse toestand heeft Stuij wat nieuws te mel den. Vooral de studie over de Ottogracht bevat een aardig stuk historisch-geografisch speurwerk. Het boek is vooral interessant voor de liefheb ber, die net als de auteur al die grenstoestanden wel eens zelf wil bezoeken. Stuij is zelf overal ge weest, getuige het feit dat hij vrijwel alle foto's zelf heeft gemaakt, van Munster af tot het Fazan teneiland, waar de vrede van de Pyreneeën werd gesloten. Ad Beenhakker PW. Sijnke, J. Louwerse, P.J. Smallegange en E. van Wijk, Van alle markten thuis; Geschiedenis van markt en nijverheid te Middelburg. Vlissingen 1998. Isbn 90-72838-21-1. 116 blz. en rijk geïllus treerd. Prijs: 24,95. De hoofdtitel en directe aanleiding voor dit boek de herinrichting van de Markt in Middelburg - doen een boekje over het Middelburgse markt wezen vermoeden. De opzet van het boek blijkt echter breder. Ook de minder succesvolle kant van de Middelburgse bedrijvigheid komt aan de orde. Naast twee artikelen over de Markt en het marktwezen, bevat het boek twee bijdragen over de nijverheid in Middelburg. Voor drie artikelen tekenen leden van de Werkgroep Stadsgeschiede nis Middelburg. Het eerste artikel werd geschre ven door gemeentearchivaris P. Sijnke. Sijnke gaat vooral in op de inrichting van de Markt en de diverse bestemmingen die deze ruimte in de stad heeft gehad. Het stadhuis krijgt extra aandacht. Deze bijdrage is een bewerkte versie van twee eerder in de pzc verschenen arti kelen. Het daaropvolgende artikel is van J. Louwerse en behandelt de markt als handelsplaats. Het me moreert de verschillende markten die Middelburg heeft gekend; naast dé Markt waren er onder meer de Vlasmarkt, de Pottenmarkt, de Vismarkt en de Groenmarkt, die alle nog als straatnaam zijn terug te vinden. De auteur beschrijft de handel op deze en andere Middelburgse markten, met name in de tweede helft van de negentiende eeuw. P.J. Smallegange schetst in het derde artikel de ontwikkelingen in de Middelburgse calicotnijver- heid in de negentiende eeuw. De twee Middel burgse weverijen die tussen 1838 en 1869 in be drijf waren, dienden ter leniging van de toenemende armoede. Vooral armen en bedeel den vonden hier werk. Smallegange stelt de vraag of de Middelburgse calicotnijverheid be- hoeftigen werkelijk tot nuttige burgers kon 'ver heffen', zoals de bedoeling was. In verreweg het grootste hoofdstuk van dit boek geeft E. van Wijk een beeld van de indus-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 43