86
HET LANDSCHAP VAN O VERPLAK KV
Voorstraat
OOLTGENSPLAAT
Afb, 3. De Voorstraat te Ooltgensplaat verbindt de haven met de kerkring. Het hoogteverschil tussen dijk en polder is hit r
goed te zien (foto Streekmuseum Goeree-Overflakkee, Sommelsdijk).
Adolfsland naar de patroonheilige van Adolf van
Cleve, precies zoals dat in Sint-Annaland (1476,
naar Anna van Bourgondië, vrouwe van Rave-
stein) en Sint-Philipsland (1487, naar Philips, bas
taard van Bourgondië) gebeurde. Ook het in
deze polder gestichte dorp had Sint-Adolfsland
moeten heten, maar de naam Ooltgensplaat was
al zo ingeburgerd dat die gehandhaafd bleef. De
plaatselijke bevolking spreekt over 'De Plaete'. In
1547 wordt de kerk van dit dorp voor het eerst
genoemd.
Met de bedijking van de vier kerneilanden:
Dirksland, Middelharnis-Sommelsdijk, Grijsoord
en Sint-Adolfsland was in betrekkelijk korte tijd
(1417-1483) het aanzien van Overflakkee sterk
veranderd. Van een eenzaam schorren- en slik-
kengebied was het een eilandenrijk geworden,
met vruchtbare polders en fraaie kerken met
forse torens. In de zestiende eeuw ging de groei
nog in snel tempo door. Door de inpoldering van
de kerneilanden begonnen de tussenliggende
geulen te verzanden en al spoedig konden
nieuwe bedijkingen plaatsvinden, waarbij de geu
len werden afgedamd. We hebben al gezien dat
Herkingen in 1604 aan Dirksland werd vastge-
clijkt. Al eerder waren de Galatheese polder
(1524), Den Bommel (1526) en de Stadspolder
(1527) bedijkt. Door de bedijking van de Noord-
landse Polder, nog voor 1500, waren de kerne
landen Grijsoord en Sommelsdijk-Middelharni
met elkaar verbonden. In deze polder werd hc
clorp Nieuwe Tonge gesticht. Door al deze bedi
kingen was Overflakkee één eiland geworden,
waarin Sommelsdijk een Zeeuwse enclave bleef.
Merkwaardig is de naamgeving van Stad aan
Haringvliet. Op het eerste gezicht lijkt de naar
duidelijk genoeg, al is de benaming 'stad' eei
beetje overdreven. Maar reeds in 1359 wordt he
gors ter plaatse 'die Stat' genoemd. De naam i
dus veel ouder dan het dorp. Een stad of dor)
heeft er, voor zover bekend, in de Middeleeuwei
nooit gelegen. Mogelijk is het schor genoemt
naar een tijdelijke nederzetting van moerneer
ders, waarbij we de naam 'stad' wel ironiscl
moeten opvatten.
Den Bommel is niet genoemd naar Olivier B
Bommel, hoewel er een beeld van deze heer vai
stand staat, maar wat de naam wel betekent i
onduidelijk. In Zaltbommel en Maasbommel bete -
kent het boom-lo, dat is een open plek tussen cl
bomen, maar deze betekenis lijkt in het boon -
loze schorrengebied onmogelijk.
Ook in het noorden van Overflakkee vonden
verdere indijkingen plaats. Middelharnis, Son -
melsdijk en Dirksland wilden echter hun havens
behouden en bleven door lange havenkanalen