G ENOOTSCHAPSVERZAMELINGEN
'toont, zeeuwen! MIJ der helden asch"; over de stoffelijke resten van de
g :broeders evertsen
107
C.E. Zonnevylle-Heyning
Op 18 maart 1818 was een groep prominente Zeeuwen, waaronder vele leden van het Zeeuwsch Ge
rt otschap der Wetenschappen, hijeen in de Middelburgse Nieuwe Kerk. om met hun aanwezigheid de
oi thulling van het onlangs uit de Oude Kerk overgebrachte grafmonument van de gebroeders Evertsen
luister bij te zetten. Onder de belangstellenden, afkomstig uit brede lagen van de Middelburgse bevol
kt ng, bevond zich ongetwijfeld ook chirurgijn J,L. Daman, die gefascineerd het overbrengen van de stof
felijke resten van deze Zeeuwse zeehelden gevolgd had.
Ri im 160 jaar later, in 1980, schonk mevrouw
dj s. N. Daman uit Rotterdam het Zeeuws Genoot
schap een klein doosje met enige menselijke bot
ten, wat pluis en een stukje lood. In het deksel
was een kleine gravure geplakt met een voorstel-
li: g van het grafmonument voor Johan en Corne
ll Evertsen, dat tegenwoordig staat opgesteld in
di Wandelkerk, het gedeelte tussen Nieuwe Kerk
ei Koorkerk in het Middelburgse Abdijcomplex.
Het bleken relikwieën, die chirurgijn Daman in
1 18 van deze Zeeuwse admiraals had weten te
bc machtigen. Volgens een bijgevoegd briefje be
ta tide hij op 9 maart twee francs voor 'de tweede
halswervel, twee beenties van de navoet, een
st ik lood der kist en pluimen uit het kussen daar
cl voeten van een van beide op gerust hebben'.
V n wie hij deze zaken kocht, is onbekend. Mis
schien van de arbeiders, die de geraamten op 8
februari van de ene kerk naar de andere over-
b achten en op deze manier een centje bijver-
d enden? Of van één der andere aanwezigen, die
e n onverwachte bron van inkomsten had ont
dekt?
Johannes Leonardus Daman (1769-1853), die
als chirurgijn, operateur en vroedmeester in Micl-
d Iburg werkte, had dit souvenir indertijd in zijn
n riteitenkabinet in zijn huis aan de Kromme
Weele K 110 (nu nr. 7) temidden van verschil
lende naturalia een plekje gegeven; zijn nazaten
h idden het steeds als een belangrijk object uit de
h storie van hun familie bewaard2. Hij schijnt een
vat zonderling, weinig mededeelzaam man ge-
v eest te zijn, die lange tijd in Parijs had gewoond
en daar 'zoo de Fransche huishouding lief had
gekregen' dat hij zijn levenswijze en kleding daar
d rest van zijn dagen aan aanpaste. Hoe zondei-
li tg wellicht ook, hij was een bekwaam arts, die
vele door anderen tot hopeloze gevallen bestem-
p 4de patiënten wist te genezen3.
Zeeuws Genootschap
In 1818, het 'jubeljaar' waarin het 50-jarig bestaan
gevierd werd, krabbelde het Genootschap net
moeizaam uit een diep dal. De voorafgaande ja
ren waren niet eenvoudig geweest en diverse
malen had men op het punt gestaan het Genoot
schap maar op te heffen. De economische achter
uitgang en de daarmee gepaai'd gaande sombere
stemming gedurende de Franse tijd hadden een
ongunstige werking op de intellectuele sfeer ge-
Afb. 1, Het doosje van chirurgijn J. Daman (Zeeuws Mu
seum, coll. iczgw).