DE ZAK VAN ZUID-BEVELAND ALS WAARDEVOL
CULTUURLANDSCHAP: TUSSENDIJKS OVERZICHT
47
Robbert Jan Swiers
Het had maar een haartje gescheeld of de Zak van Zuid-Beveland was helemaal geen Waardevol Cul
tuurlandschap wclgeworden. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij had besloten
dat er tien wcl 's mochten komen, maar cloor een forse politieke lobby, in gang gezet door een provin
ciale ambtenaar, werd een elfde gebied, aan de lijst toegevoegd. En daar mag iedereen die het gebied
een warm hart toedraagt, erg blij mee zijn. Door de aanwijzing tot wet kon het gebied over flinke finan
ciële middelen beschikken, waarmee de doelstellingen van het Ministerie konden worden verwezenlijkt.
In dit artikel wil ik ingaan op de redenen voor de aanwijzing tot wcl, op de ontstaansgeschiedenis van
het gebied, op de tot nu toe onder de vlag van wcl behaalde resultaten en tot slot op de toekomstperspec
tieven voor het gebied na stopzetting van de landelijke subsidie.
Het waarom van waardevol
In het Structuurschema Groene Ruimte (sgr)
wordt een waardevol cultuurlandschap beschre
ven als een regio met belangrijke natuur- en
landschapswaarden en een grote cultuurhistori
sche en aardkundige betekenis die recreatief-toe-
ristisch aantrekkelijk is. De landbouw speelt in
deze gebieden een dragende rol. De genoemde
functies zijn veelal sterk verweven. Er is sprake
van onderlinge beïnvloeding en afhankelijkheid,
die kunnen leiden tot spanning tussen deze func
ties. Dit geldt met name voor landbouw, natuur
en landschap. Het gebied kenmerkt zich door
een zekere harmonie, en er zijn weinig echte
problemen. Niettemin dienen de relaties tussen
de verschillende partijen te worden verbeterd.
Op basis van deze beschrijving heeft het rijk
op grond van de volgende criteria elf wct's gese
lecteerd:
1. Het gebied valt onder de 'gebieden behoud en
herstel van bestaande landschapskwaliteit' en
de 'recreatief-toeristische gebieden' van het sgr
en omvat relatief grote oppervlakten van de
Ecologische Hoofdstructuur.
2. De landbouw en/of bosbouw vervult er een
belangrijke functie als economische bedrijfstak
en als beheerder van de groene ruimte.
3. De bijzondere kwaliteiten en waarden staan de
komende jaren onder druk, waardoor de ge
bieden hun bijzondere kwaliteiten en daarmee
hun aantrekkelijkheid dreigen te verliezen.
4. De gebieden zijn overwegend gelegen in ge
bieden met blauwe en/of groene koersaandui-
ding volgens de Vierde Nota Ruimtelijke Orde
ning Extra (vinex).
Essentieel in een wcl is dus de samenhang van
de functies landbouw, natuur en landschap (in
clusief cultuurhistorie) en recreatie, terwijl er veel
relaties zijn met het water- en milieubeleid. Ter
wijl in de Strategische Groenprojecten veelal de
scheiding van functies voorop staat, is een wcl-
aanwijzing gericht op de verweving van functies:
behoud, herstel en ontwikkeling van de diverse
waarden, zoveel mogelijk in onderlinge samen
hang'.
Uit de voorwaarden waaraan een wcl moet vol
doen blijkt wel dat het niet om zomaar een ge
bied gaat. De Zak van Zuid-Beveland voldoet
ruimschoots aan de genoemde criteria. Een schets
van de ontstaansgeschiedenis van het gebied
maakt dit duidelijk.
Het ontstaan van de Zak: historisch-geografisch
en cultuurhistorisch2
Na de overstromingen van rond het jaar 275 was
het in Zeeland niet meer goed wonen. De zee
werd onrustig en het waterpeil steeg. Als gevolg
hiervan veroorzaakten stormvloeden doorbraken
in de brede duingordel of in de strandwal die het
veenlandschap van de zee scheidde. Ook omdat
toen reeds hier en daar aan moernering werd ge
daan (moernering is het wegsteken van veen on
der een kleilaag om brandstof te winnen ten be
hoeve van huizen en kalkbranderijen), ontmoette
het zeewater weinig weerstand, en al snel ston
den uitgestrekte gebieden onder water. Door
schorvorming kwamen er toch weer stukken land
boven de vloedlijn te liggen die uitstekend ge
schikt waren voor het weiden van schapen. En
daarmee begint de post-Romeinse bewoningsge-
schiedenis en die van de Vikingtijd, waar ik hier
niet verder op inga.
De Zak van Zuid-Beveland is een landschap
dat zijn ontstaan te danken heeft aan de vele
kleine polders die het gebied in de loop van de
eeuwen hebben gevormd. Voordat omstreeks
1200 de eerste dijken werden aangelegd, waren
de eilanden Borsele, Baarland, Zuid-Bevelancl en