MEDEDELINGEN
115
ter naar de Herengracht. Aan de linkerzijde zijn
onder andere het IJkkantoor en de Lutherse Kerk
te zien.
De prijzen van de kaart zijn als volgt: 1 ex.
f 1.-: 10 ex. 8,-; 20 ex. 15,-; 30 ex. 21.-; 40
ex. 24,-; 50 ex. 25,-. Boven 50 exemplaren
50% korting. Leden krijgen daarboven een kor
ting van 10%. De eerder uitgegeven prentbrief
kaarten (zie onder) zijn op dezelfde voorwaarden
nog leverbaar. Bestellingen kunnen worden ge
richt aan het secretariaat: Kousteensedijk 7, 4331
IE Middelburg, tel. (0118) 65 43 47 (buiten kan
tooruren, maandag-, woensdag- en vrijdagoch
tend, is een antwoordapparaat ingeschakeld).
Eerder zijn uitgebracht: 1. Rekenkamer van
Zeeland; 2. Vlissingse poort te Middelburg; 3-
Gaffelschip op de Schelde voor Zierikzee; 4. Ge
brandschilderd raam Rederijkerskamer te Veere;
5. Ijsvermaak van Adriaan van de Venne; 6. Inte
rieur van een herenboerderij op Walcheren van
l.P. Bourjé; 7. Altaarstuk Zierikzee; 8. Grote Kerk
te Veere; 9. Gezicht in Oostkapelle van Jan
Arends; 10. Gezicht op de dokhaven te Vlissingen
van W.J. Schütz; 11. Gebrandschilderd raam uit
1620 van het St. Jozef- of Timmermansgilde in de
Noordmonsterkerk te Middelburg; 12. Gezicht op
de stad Goes.
Cornells Pronk toch alleen naar Zeeland?
Kaar aanleiding van mijn artikel 'Cornells Pronk
en Abraham de Haen in Zeeland in 1729' in Zee
land 9/2 (2000) maakte Robert Jan te Rijdt, con
servator tekeningen bij het Rijksmuseum te Am
sterdam, mij attent op een interessant artikel dat
mij helaas was ontgaan. Het gaat hier om een
studie van Leonard Kasteleyn: 'Een Pronkende
Haen. Nieuwe toeschrijvingen van zes schets
boekjes van Cornelis Pronk (1691-1759) en Abra-
tam de Haen (1707-1748) in het Rijksprentenka
binet' Bulletin van het Rijksmuseum 44 1996),
91-119). Op grond van kenmerkende verschillen
n de tekenstijl en het handschrift van de onder-
schriften schrijft Kasteleyn het hele schetsboekje
1P-T-1970-4, waarin de door mij besproken
Zeeuwse tekeningen staan, aan Pronk toe, dus
ook de schetsen van de tuin van Gillis Pauwelsz
en van Domburg, die eerder op naam van De
Haen stonden.
Hiermee komt de aanname, dat De Haen
.Honk op deze reis vergezelde, wel op losse
schroeven te staan. Als enige aanwijzing daarvoor
blijft dan de tekening van het kasteel van West-
Souburg over die aan De Haen wordt toegeschre-
"en en waarvan de datering op 1729 wordt ge
steld. Deze kan echter ook later naar een schets
an Pronk in het atelier van de beide kunstenaars
zijn ontstaan, omdat De Haen dikwijls schetsen
van Pronk uitwerkte.
Inmiddels is ook duidelijk geworden, dat de
schets op bladzijde 34 van het schetsboekje niet
van Pronk is. Bij nadere beschouwing blijkt dit
een niet al te geslaagde kopie te zijn van de
naastliggende tekening van het Weeshuis en de
Oostkerk; alle details zijn gelijk, maar de uitwer
king is veel on beholpen er. Wie deze kopie heeft
gemaakt, is niet duidelijk; in elk geval niet Abra
ham de Haen of Andries Schoenmaker, die een
heel andere tekenstijl hadden. Mogelijk is het een
product van een latere eigenaar van het schets
boekje, die zijn hand eens heeft willen oefenen
in het overtekenen van het stadsgezichtje, en ons
daarmee weer een nieuwe kleine puzzel heeft
bezorgd.
Ad Beenhakker
In memoriam drs. C.J.F. Klaassen, 5 septem
ber 1926-7 juli 2000
Op 7 juli 2000 overleed plotseling, op 73-jarige
leeftijd, drs. Cornelis Jacobus Francois Klaassen
(voor iedereen Kees), conservator Munten en
Penningen van het Koninklijk Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen. Nog op 1 juli was hij
meegegaan met de jaarlijkse fossielebottenvis-
tocht van het Genootschap op de Westerschelde
en was hij ontspannen en tegelijk, als altijd, druk
discussiërend met de mosselkotter teruggevaren
naar Zierikzee. Het zou zijn laatste inspanning
zijn voor het Genootschap, dat hem zo zeer ter
harte ging en waarvan hij sinds 1967 lid was. Ge
durende zijn arbeidzaam leven was hij tandarts te
Rotterdam. In zijn vrije tijd bekleedde hij tal van
maatschappelijke functies. Zijn brede belangstel
ling, levenslust en energie blijken onder meer uit
het feit dat hij na zijn pensionering nog begon
aan een studie prehistorische archeologie, met als