80 ging van zijn voorganger M.R de Bruin noemt) al tien jaar geleden werd beëindigd, bestaat het Zeeuws Tijdschrift nog steeds, en nog altijd als minimumlijder. Het probleem is altijd het abonnementen bestand geweest. Ook als men bedenkt dat Zee land, met een inwonertal kleiner dan dat van Rotterdam-Zuid, een miniprovincie is, komt de oplaag niet boven 2%o van het Zeeuwse bevol kingscijfer uit. (Toegegeven, de oplage van Zee land is niet eens veel groter en het lezersbestand overlapt elkaar ook nog voor een groot deel). Blijkbaar is het toch bijzonder moeilijk om een regionaal tijdschrift uit te geven dat een flink deel van de bevolking aanspreekt. En dat terwijl de schappen van de Zeeuwse boekwinkels kraken onder het gewicht van de tientallen succesvolle boeken over Zeeland. Waar ligt dat toch aan? In het eerste deel van het nu verschenen ge denkboek doet Oscar Steens verslag van liet moeizame werk van de achtereenvolgende redac ties. Het aardige is daarbij dat alle succesieve hoofdredacteuren van het tijdschrift, Rien Ver burg, Andreas Oosthoek, Marinus de Bruin en Paul van der Velde, uitgebreid aan het woord ko men. Het is daardoor een levendig, relativerend relaas geworden, waarin ironie en galgenhumor niet ontbreken. De overige honderd bladzijden van het boek bieden een doorsnee van de inhoud uit vijftig jaargangen, uit iedere jaargang één bijdrage, elk van twee bladzijden. Helaas was het op deze ma nier niet mogelijk complete artikelen af te druk ken. Het zijn nu korte 'vignetten' geworden, sa mengevat en van hedendaags commentaar voorzien door Paul van der Velde. Ze geven in totaal wel een goed overzicht van wat er in het tijdschrift is verschenen. Vanaf de oprichting van het tijdschrift stond het vast, dat men een positief, wervend beeld van de provincie zou geven. Het tijdschrift zou een bij drage moeten leveren aan het opstoten van Zee land in de vaart der volkeren. Van de oprichter en eerste hoofdredacteur, 'Deltaboy' Rien Ver burg, zou men ook niets anders kunnen ver wachten. In de loop van de jaren is het accent wel veranderd. Verburgs opvolgers, de dichter- journalist Oosthoek, de historicus De Bruin en de BOEKBESPREKINGEN cultuurhistoricus Van der Velde, hebben hun ei gen stempel op de inhoud gedrukt. De aandacht is langzamerhand verschoven naar promotie van het culturele klimaat. Het Zeeuws Tijdschrift is echter steeds het beeld blijven uitdragen van een land waar het goed toeven is en waar alle toe komstmogelijkheden open liggen. Een uitzonde ring vormden de bijdragen van 'angry old man Bert Teunis, die zijn ergernis over dat inerte domme regentenvolkje niet onder stoelen of ban ken stak. Het doorlezen van dit overzicht levert een sterk Ach-lieve-tijd-gevoel op. Ondanks de toekomst gerichte aspiraties van de redactie gaan veel arti kelen over het verleden en als ze over het heden gingen, is dat ook al verleden geworden. En die mooie toekomstvisies dan? Ach, niet alleen de ge schiedenis herhaalt zich, de toekomst doet dat ook. H.H. Vogel schreef in 1968: 'Rond het jaar 2000 zal Zeeland één dubbelstad hebben met on geveer 150.000 a 160.000 inwoners, twee kleinere steden met elk circa 50.000 a 60.000 inwoners, enige stadjes met rond 25.000 inwoners en op het platteland tenslotte een aantal kleine verzorgings kernen.' Vogel zat er niet ver naast, commenta rieert Van der Velde. En nu gedeputeerde J.G. van Zwieten in 2000: 'Zeelands bevolking moet op korte termijn verdubbelen.' Zeeland blijft een klein jongetje dat een te grote broek aantrekt en zo graag met de grote jongens wil meespelen. Ontroerend is de hardnekkigheid waarmee hij het blijft proberen. De redactie van het Zeeuws Tijdschrift doet daar graag aan mee en lanceert in de laatste bladzijden van het gedenkboek het concept van Zeelandstad: Zeeland als één ge meente, die dan meteen in inwonertal de vierde van Nederland zou zijn en dus recht heeft op een universiteit. Ach, Groot Zeeland. Een stuk of tien mensen produceren een tijdschrift, nog geen duizend mensen lezen het. En het blijft nog bestaan ook, al vijftig jaar lang. Dat kan zomaar. 'We hebben er nooit aan gedacht om te stoppen', heeft de redac tie meermalen gezegd. Dat is de grootheid van Zeeland, gewoon doorgaan met de kleine din gen, daar word je oud mee. Ad Beenhakker

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 46