H.W.M. van der Wijck,
Het Arkadisch Walcheren, getekend door
Jan Arends 1770-1790.
Alphen aan de Rijn 2001. 180 blz., rijk
geïllustreerd, merendeels zwart-wit. Prijs: 34
en
M. van den Broeke,
Jan Arends, buitenplaatsen op Walcheren.
Alphen aan de Rijn 2001. 292 blz., met index,
rijk geïllustreerd in zwart-wit. Prijs: 43.
De afgelopen jaren is veel verschenen over de
geschiedenis van de Nederlandse buitenplaatsen.
Gezien de enorme hoeveelheid buitens die
Walcheren eens telde - het merendeel werd in de
negentiende eeuw gesloopt - is het dan ook
geen wonder dat hieraan nu door Van der Wijck
en Van den Broeke aandacht besteed wordt.
Origineel is hun invalshoek: de series tekeningen
die de Dordtse kunstenaar Jan Arends
tussen 1770 en 1790 van de belangrijkste
buitenplaatsen op Walcheren maakte.
In het eerste boek doet H.W.M. van der Wijck een
poging Arends' voornemen zijn Walcherse
tekeningen tot een boek te bundelen alsnog te
verwezenlijken. Arends' plan om zijn tekeningen
van de Walcherse buitenplaatsen te laten
graveren en opnemen in een boek op groot
quarto formaat, getiteld Het Arkadisch
Walcheren, kwam nooit van de grond. Slechts
enkele gravures en de prospectus bleven bewaard.
Arends zou vermoedelijk niet erg gelukkig
geweest zijn met het resultaat van Van der Wijcks
inspanningen. Zijn werk is slecht gereproduceerd
in viezige grijstinten en soms zelfs onscherp.
Ook de enkele kleurenafbeelding doet absoluut
geen recht aan het oorspronkelijk materiaal,
in dit verband is het aan te raden de reproducties
in de agenda's van het Zeeuws Genootschap er
eens naast te leggen. In de korte inleiding
over het leven van Jan Arends en de door hem
getekende buitenplaatsen wreekt zich tevens
het feit dat Van der Wijck reeds in 1960 aan
dit project begon en het manuscript vele jaren op
de plank heeft laten liggen. Recente literatuur
en nieuwe inzichten zijn niet verwerkt.
Toeschrijvingen als die van de behangsel
schilderingen in het Van de Perrehuis (het Zeeuws
Archief) aan Jan Arends missen elke grond.
Wat rest is een duur plaatjesboek van matige
kwaliteit zonder veel informatie. Dat juist hierin
de kleurenafbeeldingen geconcentreerd zijn
die voor een beter begrip van het tweede boek
nuttig zijn, valt zeer te betreuren.
Het tweede boek is namelijk van een geheel ander
kaliber, hoewel ook hier aan de illustraties veel
meer aandacht besteed had moeten worden.
Martin van den Broeke heeft in zijn deel een
enorme hoeveelheid gegevens over de Walcherse
buitenplaatsen en hun bewoners bijeengezet.
Een ieder die meer over dit onderwerp wil weten,
zal onmiddellijk naar dit boek grijpen.
Elk 'schoon en playsant hofsteedken' wordt hier
uitputtend behandeld, de veranderingen in tuin
en opstallen voor zover bekend beschreven,
terwijl de opeenvolgende eigenaars en bewoners
in elk hoofdstuk de revue passeren. Hierbij draagt
Van den Broeke vele tot nu toe onbekende
zaken aan. Sommige beschrijvingen lijden onder
een teveel aan droge gegevens. Niet altijd zijn
er leuke anekdotes over een buitenplaats
bekend die het mogelijk maken een levendig
verhaal te schrijven. Een enkele keer lukt dit wel.
Wanneer Van den Broeke bijvoorbeeld de
onenigheden tussen Nicolaas Lambrechtsen en
zijn echtgenote over het kappen van bomen op
het buiten Den Dolphijn beschrijft, krijgt de lezer
opeens het gevoel betrokken te zijn bij het wel
en wee van deze bewoners. In een brief aan
zijn vrouw gaat Lambrechtsen uitvoerig op de
noodzaak hiertoe in: de bomen in het bewuste
laantje kunnen niet gehandhaafd worden, de
haag begint immers af te sterven. Ook zal na het
rooien veel meer grond beschikbaar zijn waarop
planten kunnen groeien, hetgeen nu door de
schaduw van de bomen niet lukt. Mevrouw is het
er niet mee eens. Haar tegenwerpingen betreffen
blijkbaar de kinderen, maar zoals Lambrechtsen
schrijft: 'Santje kan immers met de lieve
kinderen in de andere laenen of berceau of de
rustenburgse dreef spacieeren'. Een andere
passage geeft de verhoudingen in het gezin
aardig weer: 'Gij zult als 't gedaan is, te vrede
zijn, en mij prijzen, zoo als meermalen gebeurd
is.' Of Lambrechtsen in dit geval zijn zin kreeg,
valt niet meer te controleren. De buitenplaats
114
Boekbesprekingen