Macht en aanzien
De heren van Veere kwamen uit het geslacht
Van Borsele, afkomstig van het gelijknamige
Zeeuwse eiland. De eerst bekende telg uit deze
familie was Nicolaas (t voor 1263). Zijn klein
zoon Wolfert r (ca. 1250-1299) wordt als de
eerste heer van kasteel Sandenburgh beschouwd.
Vanaf de veertiende eeuw noemden de heren
zich naar Veere. Dit kleine dorp groeide onder
hun bewind uit tot een welvarende handelsstad
en een belangrijke vissersplaats. Ze oefenden
grote invloed uit op de gang van zaken in Veere
en het door hen aangestelde stadsbestuur.
De macht en rijkdom van de heren van Veere
waren het resultaat van een weloverwogen
huwelijkspolitiek en de hoge posities die zij
innamen in de binnen- en buitenlandse politiek.
De heer die na Wolfert i als de grootste machthebber
van de heren van Veere wordt gezien, is Hendrik 11
van Borsele (1404-1474). Hij vervulde
belangrijke functies, waaronder rentmeester van
Holland en Zeeland. Hij wist zijn bezittingen
aanzienlijk uit te breiden en werd een van de
meest vermogende edelen van Zeeland. Hij kreeg
onder Philips de Goede grote invloed, onder
meer door zijn benoeming tot admiraal ter zee.
Na Hendrik II zouden ook zijn zoon Wolfert vi
van Borsele en diens opvolgers Philips, Adolph en
Maximiliaan van Bourgondië deze functie
vervullen.
De huwelijken van Hendriks zoon, Wolfert VI, geven
een goed beeld van de huwelijkspolitiek van
de heren van Veere. Wolfert VI (ca. 1430-1487)
trouwde op veertienjarige leeftijd met Mary
Stuart (ca. 1432-1465), dochter van de Schotse
koning Jacobus 1. Het huwelijk legde de grond
slag voor de handelsbetrekkingen tussen Veere en
Schotland. Na de dood van Mary huwde Wolfert
met Charlotte de Bourbon (na 1443-1478),
waardoor bij banden kreeg met het Franse
koningshuis. Na zijn overlijden volgde zijn oudste
dochter Anna hem op. Zij trouwde met Philips
van Bourgondië (ca. 1460-1498), zoon van
Antonie, de bastaard van Bourgondië. Philips
werd met belangrijke, diplomatieke opdrachten
belast. Na zijn dood huwde Anna met bodewijk
van Montfoort. Het huwelijk hield echter niet
lang stand vanwege het vroegtijdig overlijden
van bodewijk in 1505. In 1518 stierf Anna van
Borsele op kasteel Sandenburgh en haar oudste
zoon Adolph (1489-1540) volgde haar op.
Door zijn hoge positie als gouverneur van
Zeeland werd hij betrokken in de internationale
politiek. Hij ontving veel belangrijke gasten
op Sandenburgh, onder wie Karei v en Philips n.
De opvolger van Adolph was zijn oudste zoon
Maximiliaan. In 1547 bracht Maximiliaan het tot
stadhouder van Holland en Zeeland. Hij leefde
echter op te grote voet en zou bij zijn dood in
1558 een failliete boedel nalaten. De boedel van
deze laatste heer van Veere werd in verschillende
percelen verdeeld en geveild.2
Kasteel Sandenburgh als religieus middelpunt
Door de eeuwen heen breidden de heren van
Veere hun bezittingen fors uit. Enkele van hun
heerlijkheden lagen op de Zeeuwse eilanden
Walcheren, Zuid-Beveland, Schouwen en
üuiveland. In Holland bezaten ze onder meer de
heerlijkheden Amstelveen en Riederwaard
(Ridderkerk) en in de Zuidelijke Nederlanden
Beveren, Peer en Tournehem.3 Een heer had
meestal een duidelijke en vaak langdurige
juridische relatie met de parochiekerken in zijn
heerlijkheden. Hij woonde daar geregeld diensten
bij en raakte vaak persoonlijk geïnteresseerd
in de verfraaiing van het kerkgebouw en de
vermeerdering van liturgische diensten. Als gevolg
hiervan ging een heer een actieve rol spelen als
schenker en stichter. De doelen die hem voor
ogen stonden, waren het eren van God, het
bevorderen van zijn zielenheil en dat van familie
en vrienden en, niet onbelangrijk, het tonen van
zijn macht en rijkdom." Zoals zal blijken uit
dit artikel was dat ook het geval bij de heren van
Veere, want hun relatie met de Mariakapel van
kasteel Sandenburgh in hun heerlijkheid Zanddijk
blijkt bijzonder hecht.
Kasteel Sandenburgh vormde voor de heren van
Veere niet alleen het middelpunt van de aardse
macht en rijkdom, maar het was ook de
plek waar hun religieus leven zich afspeelde.
De hoofdburcht van Sandenburgh stond op de
voorhof van een ouder mottekasteel, een houten
verdedigingswerk op een opgeworpen aarden
heuvel.5 Dit was in gebruik bij de heren van
Zanddijk.6 Kort na de dood van de laatste heer
in 1247 werd Nicolaas van Borsele met de
heerlijkheid beleend. Na de overdracht werd
begonnen met de vervanging van het houten
mottekasteel door een prestigieus bouwwerk van
baksteen: kasteel Sandenburgh.' Het groeide in
de loop der eeuwen uit tot een groot complex
passend bij de status van de bewoners. Even na
136
De heren van Veere en de Mariakapel