leeiana 12.2 De reis van de Zeeuwse Oost-lndiëvaarder Raadhuis van Middelburg naar Batavia in 1717 Tobias van Gent studeerde geschiedenis aan de universiteiten van LeidenAustin (vs) en Bonn. Hij was enkele jaren als docent maritieme en krijgsgeschiedenis verbonden aan het kim. Tegenwoordig is hij werkzaam bij de gemeente Middelburg. In 2002 is herdacht dat vierhonderd jaar geleden de Verenigde Oost-Indische Compagnie (voc) opgericht werd. In de vele publicaties die in dit kader verschenen zijn, vinden de verhalen over 'spectaculaire' schipbreuken van voc-schepen gretig aftrek. Niet voor niets was De ondergang van de Batavia door Mike Dash enige tijd het best verkochte historische boek.1 Het noodlot dat schepen als de Batavia in 1629, de Zeewijk in 1727 of de Amsterdam in 1749 trof, was echter eerder uitzondering dan regel. Gedurende het tweehonderdjarig bestaan van de voc werden vanuit Nederland ruim 4.700 reizen naar de Oost ondernomen. Slechts drie procent van de gehele voc-vloot is op weg naar Azië verongelukt. Het overgrote deel van de reizen naar het andere eind van de wereld was lang en saai en verliep zonder incidenten. In dit artikel wordt aan de hand van het scheepsjournaal en de monsterrol van het Zeeuwse voc-schip Raadhuis van Middelburg een van die vele 'gewone' en dus vergeten reizen naar de Oost beschreven.2 De equipage van het schip De tocht van de Raadhuis van Middelburg begon op de vergadering van de Zeeuwse kamer van de voc op 17 september 1716 in Middelburg. De twaalf Zeeuwse bewindhebbers besloten het schip uit te rusten voor vertrek naar de Oost in het komende vooijaar. De Raadhuis van Middelburg was in 1708 gebouwd en gold met haar 145 voet lengte (circa 41 meter, één voet is 28,3 cm) en waterverplaatsing van 890 ton als een Oost-lndiëvaarder uit de midden klasse. In 1697 hadden de Heren xvn besloten om meer uniformiteit aan te brengen in de schepen. Voortaan zouden deze in drie charters moeten worden gebouwd. De grootste Oost-lndiëvaarders waren 160 voet lang (ruim 45 meter), 40 voet breed (11,5 meter) en 17 voet diep (4,8 meter) en hadden een waterverplaatsing van ongeveer 1.100 ton. Dat dit enorme schepen waren, blijkt wel uit het feit dat ze amper op de Middelburgse werf pasten. De doorvaartbreedte van de brug naar het dok achter de Kinderdijk bedroeg Figuur 1. De route die de Raadhuis ran Middelburg in 1717 aflegde. De reis van de Raadhuis van Middelburg 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 17