t "4
/f.
1 j
II
in
fl
ni
III
V
ris
'SECCHIHMENO 1
['I NULLA
|NI ILLA 1
toaJf V7
JDtf.
FERMRTEVI
BI—-- i I.
RLIiJUUNTO
v y
Figuur 2.
Speelkaarten van het Cuccu- of Cöchspel. Van links naar
rechts en boven naar onder: I t/ra X, Matto, Mascherone,
Secehia, Nulla, Osteria, Gatto, Cavallo, Bragon, Cucco en
Brescia.
komen. Bovendien blijft er dan vaart in het spel
zitten, vooral bij het ronddelen. Elke speler legt
zijn inzet van vier centen - met de invoering
van de euro is het ontbreken van centen in de
late twintigste eeuw verholpen - voor zich op
tafel neer. Volgens J. van der Baan werden bij
aanvang van het spel drie tot zes centen neer
gelegd, afhankelijk van het aantal deelnemers en
dientengevolge de te verwachten duur van het
spel. Dit laatste wordt ook door L. van Wallen
burg beaamd. Hij voegt er echter - net als
F.H. Klokke - aan toe dat het spel niet perse
met centen, maar bijvoorbeeld ook met knopen,
noten of bonen kan worden gespeeld.14
P. Minderhoud spreekt over vier fiches, en drie
indien er meer dan acht spelers in het spel zijn.
Ook in de spelregels die speelgoedwinkelier
Goudswaard erbij levert - thans het enige adres
waar het spel nog verkrijgbaar is - is deze bepa
ling terug te vinden. Bij het Gnav is sprake van
'Tre fyrstikken til hver af spillerne' (Drie lucifers
voor elk van de spelers).15
De eerste ronde bepaalt wie de zak mag behouden.
Elke speler krijgt een stuk uit de zak en diegene
die het stuk met de hoogste waarde heeft, mag
het eerst delen; beginnend bij zijn linkerbuur
man. De zak gaat, met de klok mee, iedere
ronde naar een volgende speler. Elke speler die
een laag stuk heeft, tracht door ruilen met zijn
linkerbuurman zijn positie te verbeteren. Wie een
goed stuk heeft, zegt 'ik pas', 'basta' of'ik bluuf.
Alle stukken, behalve de matadoren (dus vanaf
de Herberg af gerekend), dienen geruild te
worden. Is het spel rond en terug bij diegene
die de stukken gedeeld heeft, dan mag deze,
indien gewenst, zijn stuk terzijde leggen en
een nieuw stuk uit de zak nemen. Veivolgens
worden alle stukken op tafel opengelegd: het
zogenaamde 'blieke(n)'. Wie het laagste stuk
heeft, betaalt een cent aan de pot. Vervolgens
gaat de zak door naar de volgende in rij en
begint het spel opnieuw, net zolang tot alle
spelers (op één na) hun inzet kwijt zijn. Wie
overblijft, is winnaar en krijgt de pot. Slabberjan
is een spel dat al vlug alle deelnemers uit de
groep weet mee te slepen - enige drank op tafel
is daarbij zeer welkom. Tevens is mij opgevallen
dat mensen die het spel voor het eerst mee
speelden, vaak wonnen, dit tot ergernis van de
aanwezige Zeeuwen, inclusief mijzelf.
De houders van de hoogste stukken, de matadoren,
die niet mogen worden geruild, beïnvloeden het
spel het meest. Wordt de houder van de Ruiter
om een ruil gevraagd, dan slaat deze met
zijn vuist op tafel en zegt: 'kap af, waarop de
aanvrager meteen een cent in de pot moet
deponeren. De aanbieder kan niet verder met zijn
stuk en volgens Klokke mogen ook andere deel
nemers niet meer ruilen en staat het spel stil.16
De Waal stelt dat dit 'kop af zou zijn in plaats
van 'kap af' De uitleg die hij hiervoor geeft - en
dat geldt dus voor beide uitdrukkingen - is dat
de Ruiter met het zwaard het hoofd van de aan
bieder afhouwt. Door een cent te betalen, kan
deze dit lot afkopen en het hoofd behouden.17
Bij de Dragonen wordt in het Noorse Gnav exact
dezelfde terminologie gebruikt: 'kap af. Met de
formule 'sta voor de(n) vogel' belet de houder
van dit stuk de aanvrager een ruil te doen, ook
met een volgende speler. Volgens Van der Baan
132
Het Slabberjanspel