A ('zwêêten'), totdat hij weer moet betalen. Zelf spraken wij altijd van iemand die 'op sloffen' was, of 'ie zit op de kip.' In Nieuw- en Sint Joosland heet dit 'op de koeie meerieë.' Het blijft onduidelijk of iedereen op 'sloffen' mee mag doen, of alleen de speler die als eerste door zijn inzet heen is. Klokke stelt in ieder geval dat elke speler op 'sloffen' mag. In de 'oude' spelregels van Goudswaard mag slechts de eerste die blut is, op sloffen, terwijl in de 'nieuwe' versie alle spe lers 'slofdrager' kunnen zijn.26 Wie uiteindelijk zijn centen kwijt is en niet meer aan een nieuwe schuld kan voldoen, wordt dood verklaard. Van Wallenburg heeft het over 'rut' zijn.27 Over de inleg in de pot heeft Van der Baan een geheel eigen uitleg. Deze zou gerelateerd zijn aan de waarde van bepaalde lage stukken. De laagste betaalt hoe dan ook een bedrag, maar is hij of zij de bezitter van Wittebrood dan wordt deze bijdrage twee cent, bij Pispot drie cent, bij Smoel vier cent en bij Jan Rit zelfs vijf cent. In dit geval kan een speler dus binnen één ronde 'dood' zijn.28 Volgens De Waal betaalden zij die een Zot, Smoel, Pispot of Nul hadden een penning (of wat vooraf bepaald was), 'aan den pot van 't spel wel te onderscheiden van dien anderen'.29 Met deze opmerking van De Waal, verwijzend naar de afbeelding van de pot, komt de grafische beschrijving van de stukken aan bod. De afbeeldingen namelijk zijn niet altijd identiek geweest en ofschoon in waarde gelijk, kunnen deze bij de buitenlandse spelvarianten er geheel anders uitzien. De stukken Slabberjan bestaat uit 21 verschillende stukken (doppen), die elk tweemaal voorkomen; er zijn dus 42 stukken in het spel. De houten doppen konden vroeger op meerdere plaatsen worden gekocht, maar het gezelschapsspel is nu nog slechts bij één speelgoedwinkel in Middelburg verkrijgbaar. Het kost nu circa 45,-. Goedkoop is het spel echter nooit geweest: het kostte twintig jaar geleden ook zeker vijftig gulden, al heeft Van Wallenburg het over dertig gulden (in 1978). Dit komt door de hoge productie kosten; de doppen moeten bij een draaier worden gemaakt en daarna moeten de sticker plaatjes stuk voor stuk in de doppen worden geplakt.30 Het Gnav was, zeker na de Tweede Wereldoorlog, ook moeilijk verkrijgbaar. Thans worden in Risor weer nieuwe Gnavspelen gemaakt in de stijl van een spel dat circa honderd jaar geleden in omloop was.31 Figuur 3. Dc speelstukken van het Gnavspel. wc Sn 134 Ret Slabberjanspeli

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 16