Guustaaf Francies de Pauw (1867-1943) -
een Zeeuwse componist in Zuid-Limburg
Dr. Hans C.M. van Dijk
is als musicoloog cn docent
muziek- en cultuurgeschiedenis verbonden
aan het Conservatorium te Maastricht,
aan de Katholieke Universiteit Leuven
alsmede aan de Universiteit van
Mount Holyoke, South Had ley, USA.
Op 18 januari 2004 wordt in Oostburg (voor
nadere gegevens: zie agenda) de opera
Bellida opgevoerd van de componist Guustaaf
Francies de Pauw (geboren 6 december 1867
te Oostburg, overleden 1 februari 1943
te Maastricht). Deze opera wordt compleet
scenisch uitgevoerd door de Opera Romana, de
vroegere Roemeense Staatsopera van Timisoara,
met solisten, koor, ballet en orkest in nieuw
ontworpen en vervaardigde kostuums en decors.
Het zal dan voor het eerst zijn dat werk van
deze van oorsprong Zeeuwse componist in
Zeeland wordt uitgevoerd. Guustaaf de Pauw
heeft voornamelijk veel betekend voor de
muziek in Zuid-Limburg, waar hij meer dan
50 jaar gewoond en gewerkt heeft.1
Vader De Pauw was horlogemaker/juwelier in
Oostburg en dirigeerde koren en een harmonie
orkest. Hij componeerde ook. Van hem kreeg
Guustaaf zijn eerste lessen: daarna studeerde
hij aan het conservatorium te Gent de hoofd
vakken trombone en orkestdirectie. Tenslotte
werkte hij nog een jaar bij Peter Benoit te
Antwerpen om de theoretische beginselen van
het componeren onder de knie te krijgen. In
1885 kwam Guustaaf voor het vervullen van
zijn militaire dienstplicht in Maastricht terecht
als trombonist in het corps van het 2e regiment
infanterie, dat onder leiding stond van kapel
meester Chr. A. Korn. Bij hem bekwaamde
Guustaaf zich verder in compositie en instru
mentatie. Na zijn ontslag uit militaire dienst
ging hij nog een jaar compositie studeren bij
Eberhard Schwickerath, een oud-leerling van
Anton Brückner, die tussen circa 1888 en 1912
'Stadtischer Musikdirektor' te Aken was. In
1898 werd hij benoemd tot koordirigent aan de
Sint Servaas in Maastricht als opvolger van
Théophile Bartholomeus. Ook was hij vele jaren
koordirigent en organist van het 'St. Joseph-
gesticht' in deze stad en dirigent van de zang
vereniging 'De Lauwerkrans'. Hij was betrokken
bij de oprichting van verschillende koren
en harmonieorkesten, waarvan de nog steeds
bestaande Maastrichtse vereniging 'Kunst door
Oefening' (kdo) tot de bekendste behoort.
De opera Bellida
De Pauw was de eerste componist die met zijn
'Grand'opéra en deux actes' Bellida, op tekst van
J.M. Heijnens, op de drempel van de twintigste
eeuw, brak met de regel alle te Maastricht
op te voeren opera's in dialect te brengen.
De benaming 'Grand'opéra' is in zoverre niet
op z'n plaats, omdat het werk strikt genomen
niet voldoet aan de criteria van de Parijse
'Grand'opéra's' a la Meyerbeer of Gounod.
Van een grootse montage met veldslagen,
onweersscènes, overstromingen, branden enzo
voorts kan nauwelijks sprake zijn. Qua opzet
en qua structuur lijkt het werk meer op een
Italiaanse belcanto-opera a la Bellini of Donizetti.
Muzikaal-stilistisch sluit het echter aan bij
de Duits-romantische traditie van Von Weber,
Marschner en Lortzing. De muziek is beslist
waardevol en Bellida was voor De Pauw niet
temin een mijlpaal in zijn carrière.
Opvallend is hoe, ondanks allerlei invloeden, de com
ponist er toch in is geslaagd van zijn opera iets
persoonlijks te maken en hoezeer hij daarbij
buiten de muzikale invloedssfeer van Wagner is
gebleven. Het feit dat het werk een seizoen lang
(1897/1898) op het repertoire van de 'Noord- en
Zuid-Nederlandsche Opera-Vereeniging' stond,
maakte De Pauws naam ook buiten Limburg
bekend. Natuurlijk is Bellida een echt romantisch
werk, maar met vele kwaliteiten die het vandaag
de dag nog belangwekkend doen zijn: een mooi
uitgebalanceerde instrumentatie, uitstekend voor
de zangstemmen geschreven, niet eenvoudig
maar ook weer niet zo dat alle accenten op de
techniek liggen. Daarbij een levendige en viriele
melodiek die zelfs met het nogal matige libretto
van Heijnens een acceptabel geheel vormt.
Bellida is een liefdesgeschiedenis die verkeerd
afloopt. De slechte edelman Bertino heeft zijn
dochter Giusta beloofd aan markies Lorenzo.
Als Lorenzo blijk geeft daar niets voor te voelen,
richt Bertino hem met behulp van zijn corrupte
intendant Luigi te gronde, zonder dat echter
blijkt wie daarachter steekt. Als Lorenzo geen
kant meer uit kan, biedt Bertino hem hulp aan
Guustaaf Francies de Pauw
121