De inleidingen effenen voor de lezer de weg voor de
gedetailleerde beschrijvingen van de monumen
ten in het topografische overzicht dat erop volgt.
Ze zijn rijk geïllustreerd. Een minpuntje is, dat zij
geen verwijzingen bevatten naar de vele afbeel
dingen in het plaatsnamendeel, hoewel daarin
veel gebouwen en objecten zijn afgebeeld die
in de inleidingen als goed voorbeeld van een
bepaalde stijl of constructie worden genoemd.
Omdat technische en stijlbeschrijvingen pas gaan
leven wanneer men het beschreven object ook
voor zich ziet (in effigie of in natura), is dit een
misser te noemen. Voorts is in de inleidingen
een goede spreiding van voorbeelden gekozen;
deze zijn afkomstig uit alle Zeeuwse regio's
en zijn zowel in steden als in dorpen gezocht.
Ook de korte bouwkundige uiteenzettingen waar
de technische inleidingen mee openen, zijn
bepaald verhelderend voor wie niet thuis is in
de geheimen van de architectuur. In het deel
Materiaal en constructie wordt bijvoorbeeld eerst
de kennis van de lezer over stapelbouw, skelet-
bouw, gelijkmatige versus geconcentreerde
krachtenafdracht, traveëen, spatkrachten enzovoort
bijgespijkerd. Wie nieuwsgierig is naar de precieze
betekenis van deze begrippen, kan ook terecht
in de lijst van bouwkundige termen achterin het
boek. De teksten zijn over het algemeen goed
leesbaar. Wel is de inleiding Stijl en verschijnings
vorm wat opsommend van aard, maar dat is
onvermijdelijk in een encyclopedisch opgezet
werk als dit.
Hoewel het merendeel van de in het topografische
deel beschreven objecten grote gebouwen en
woonhuizen zijn, zijn historische curiosa niet
buiten beschouwing gebleven. Zo passeren ook
een hertenverblijf op de buitenplaats Zeeduin
te Oostkapelle, trafohuisjes in Nieuw- en Sint-
Joosland en Oosterland, een pompstation in
Kortgene, een grafteken op de rooms-katholieke
begraafplaats te Hulst en een voetgangersbrug
op de buitenplaats Zorgvliet (Ellewoutsdijk) de
revue. Evenmin zijn grenspaal 369 in Cadzand-
Bad en de historische pomp met drinkbak te Sluis
vergeten (op de achtergrond van de foto met
pomp duikt de moderne tijd op in de vorm van
de 'Erotic Cinema's'...). Soms wordt ook een niet
openlijk zichtbaar historisch kleinood behandeld,
zoals het uurwerk in de toren van de hervormde
kerk te Arnemuiden. Door deze brede aanpak
vestigt het boek ook de aandacht op kleine,
'verborgen' monumenten waarvan de gemiddelde
lezer geen weet zal hebben van hun bestaan en
die hem niet snel zullen opvallen. Uiteraard zijn
geen routebeschrijvingen of wandelingen opge
nomen - het betreft per slot van rekening geen
reisgids - maar wie een fotokopie maakt van de
stadsplattegronden met monumenten die bij de
grotere kernen zijn opgenomen, kan toch heel
goed uit de voeten als hij zijn historische omge
ving wil verkennen.
Zeeland kent naar zeggen van de auteurs een rijk
scala aan cultuurhistorische objecten, met als
kristallisatiepunten Middelburg, Zierikzee, Tholen,
Vlissingen en Goes. Deze plaatsen hebben de
meeste en de belangrijkste monumenten en
hiervoor is dan ook veel plaats ingeruimd: de
Zeeuwse hoofdstad staat aan kop met 33 bladzij
den (waarmee deze beschrijving het belangrijkste
recente monumentenoverzicht van Middelburg
is), gevolgd door Zierikzee (15 bladzijden), Goes
(12 bladzijden), Vlissingen (11 bladzijden), Veere
(7 bladzijden), Tholen (6 bladzijden) en - voor
sommigen wellicht verrassend - Aardenburg, met
6 bladzijden. Maar ook het kleine wordt geëerd.
In de beschrijving van het bouwkundig erfgoed
in de dorpskernen wordt bijvoorbeeld veel aan
dacht besteed aan de prachtige voorbeelden
van neogotiek in de sacrale bouwkunst op Zuid-
Beveland en in Zeeuws-Vlaanderen; zowel het
uitwendige als het interieur van de dorpskerken
in deze streken worden behandeld.
De beschrijvingen van de steden en de belangrijke
stadjes zijn voorzien van een plattegrond met
een lijst van monumenten en een foto in vogel
vlucht. De belangrijkste kerken, kastelen en
forten (Brouwershaven, Haamstede, Kloetinge,
Oostkapelle, Renesse, Tholen, enzovoort) worden
beschreven met behulp van een bouwplattegrond.
Bepaald sympathiek is het kennelijke streven van
de auteurs om vrijwel iedere behandelde kern
met ten minste één afbeelding op te luisteren;
slechts vijf plaatsen moeten het zonder foto
stellen (Ellemeet, 's-Heer Arendskerke, Rilland,
Sluiskil en Westenschouwen).
156
Boekbesprekingen