K»l van de twee dienstdoende predikanten. Bij één van hen ging hij zelf op onderzoek 'ende vond eyndeiijck de vrou persoon in de Schappray' provisiekast), zoals een getuigenis luidde.4 Hij wist weer bezieling te brengen, organiseerde een morele hervorming, initieerde bijbelkringen, conventikels - voorshands binnen de kerk -, waarin het leven van de mensen 'als uitverko renen' ook moest veranderen. Chiliastische verwachtingen speelden daarbij een rol, maar wel met een eigenzinnige invulling. Ook hier kwam een conflict dat eindigde met een preekverbod door de Staten van Zeeland en een veroordeling door de Waalse synode. In Veere stichtte hij voor korte tijd een eigen onafhankelijke Franse kerk. Het tolerante Amsterdam leek meer mogelijkheden te bieden en er kwamen vooral vrouwen uit burgerlijk-aristocratische milieus zich bij zijn huisgemeente aansluiten. Anna Maria van Schurman bijvoorbeeld kwam met twee dienst bodes uit Utrecht over, wat haar moeilijkheden bezorgde, want bij welke kerk hoorde ze nu?5 En drie freules uit de steenrijke familie Van Aerssen van Sommelsdijck sloten zich aan. Een contemporain criticus meende dat De Labadie 'onder 't hennerot het haantje zoekt te blijven'.6 Er was in toenemende mate sprake van een geestelijk exclusivisme. Men wilde een oudchris telijke gemeente vormen, een gemeenschap met broederlijke en zusterlijke liefde, elkaar beprekend en bemoedigend, sober levend, steeds samen werkend. Amsterdam gaf daar toch niet de ruimte voor. Door aristocratische contacten kon de huisgemeente een commune stichten op een terrein van gravin Elisabeth van de Paltz in Herford, die hun gedrag uiteindelijk niet kon appreciëren. Men trok naar Altona bij Hamburg, toen bezit van de Deense koning. Daar overleed Jean de Labadie in 1674. De mogelijkheid deed zich toen voor om terug te gaan naar de Republiek, naar Wiewerd in Fries land, waar Thetinga State, dat aan de familie Van Aerssen van Sommelsdijck hoorde, ter beschikking kwam. Daar bereikte de commune de grootste bloei. Mogelijk dat ook de gemeenschap van goederen juist in een tijd van economische crisis daaraan meewerkte. Een contemporaine waar nemer schreef: 'hebbende alle goederen met malkanderen gemeen, waarvan eenige der voor naamste de opsigt is aenbevolen... laten oock niemant toe haer godsdienst ende gemeenschap by te woonen, als die van een geset en godt- salich leven sijn, ende haer van de Kercke ende wereltsche menschen affsonderen, neerstich sijnde in de wercken harer beroepinge soo wel op de sondagen als andere dagen, alsoo sij geen onderscheyt van dagen maecken, maer een geduierigen Sabath (soo sij seggen) vieren...'.7 Men kon in mystieke extase raken in omar mingen en gewijd dansen. In die sfeer hoefden huwelijken binnen de gemeenschap niet formeel gesloten te worden. Men moest zich oefenen in zellVerloochening en nederigheid tot in het extreme: de zogenoemde mortificatie. Bij die mortificatie hoorde ook een sober leven. Men leefde in kleine ruimtes, die zwart geschilderd waren. Roken was verboden. Er mocht op Thetinga State niet worden gestookt, behalve in de verblijven van de leiders, die in hun geestelijke staat van 'wedergeborenen' meer gelijk waren dan anderen. Tegen de koude hielp 'labadisten- duffel' wel, maar niet altijd genoeg. Er was dan ook veel ziekte, daartegen hielpen 'labadisten- pillen' of 'labadistenzalf, producten die ook buiten de gemeenschap gebruikt werden. De arts en apotheker van de commune, Hendrik van Deventer, was bekwaam, hij staat bekend als de grondlegger van de gynaecologie in Nederland.8 Men maakte zeep, verbouwde vlas, hennep, koren en hield schapen. En er was een eigen drukkerij om de ideeën te kunnen verspreiden. Het liep niet in alle opzichten goed in Wiewerd. Men werd tegengewerkt, wilde aanhangers winnen, wilde missionair actief zijn. Er werd gezocht naar alternatieven. Kon men zich niet vestigen in Amerika, in Nieuw-Engeland of in Suriname, waar de broer van de freules Van Aerssen gouverneur was geworden? In die gebieden was meer vrijheid en men kon er indianen winnen voor de ware kerk. In Suriname werd de plantage 'La Providence' gesticht, in New England werd 'New Bohemia' gekocht. Dezelfde regels als in Wiewerd wilde men toe passen. Het liep mis op het oerwoud van Suriname. En in New England verbouwde men tabak, wat niet harmonieerde met het rookver bod. Men moest er overleven en de indianen werden niet gekerstend. Uiteindelijk verliep de beweging ook hier. Teleurstelling om het functioneren van de kerk als gemeenschap van ware gelovigen had De Labadie, die zijn kritiek inzette binnen de kerk, uiteindelijk erbuiten gebracht. Chiliastische verwachtingen, inclusief gelijkheidsidealen, waren daarbij aan het einde van de 17de eeuw een meer voorkomend randverschijnsel. Anders Genootschapsverzamelingen 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 26