nomische en politieke macht tegenover het superieure Holland. De dominantie die Zeeland in het Scheldegebied tijdens de oorlog nog had uitgeoefend brokkelde snel af en de concurren tieslag met de Hollandse vissers werd definitief verloren. De studie van Van Vliet biedt veel cijfermateriaal. Hij licht zijn gevarieerde, in korte paragrafen opgebouwde betoog toe met zesendertig tabellen, drie grafieken en acht bijlagen. Met deze cijfers over een grote beroepsgroep (on geveer 3000 arbeidsplaatsen in 1600; p. 46} kan de lezer zich een goed idee vormen van de ontwikkelingen op het gebied van de visserij. Vooral in de beschrijving van de confrontaties met de Duinkerker kapers komt de oorlog naar voren als een keihard bedrijf, dat de kapers grote winst bracht en hun slachtoffers veel leed en materieel verlies bezorgde, ondanks bescherming door oorlogsschepen en een blokkadevloot voor de Vlaamse kust. Een stad als Zierikzee telde in de periode 1621 -1646 minstens 149 gekaapte vissersschepen (p. 109 en 134). Gevangenen werden aan beide zijden vaak hardvochtig en wreed aangepakt. Tegelijkertijd speelden de ondernemers in de visserij met inventiviteit en uithoudingsvermogen op de oorlogsomstandig heden in. Dat blijkt uit de wijze waarop de veel vuldige kapingen in de bedrijfsvoering werden ingepast. Voordat de schepen uitliepen, was er door allerlei maatregelen al voor spreiding van de grote risico's gezorgd. De meeste schepen en tochten werden gefinancierd door beleggers die slechts een deel van de inleg voor hun rekening namen en zo bij kaping of schipbreuk de schade beperkt hielden. Reders en vissers sloten 'bent- contracten' af, onderlinge verzekeringen tegen 'Seeroovers en Godts weer' (p. 53). Op zee konden de vissers na levering van een of enkele gijzelaars kaping en plundering afkopen. Werden de stuurman en zijn bemanning naar een van de Vlaamse havens opgebracht, dan kwam aan de familie, de reders, het vissersgilde, de stads- of dorpsgemeenschap en de Zeeuwse Admiraliteit de taak toe om vrijkoping te regelen. Al snel ontstond een levendige handel in paspoorten of vrijgeleiden, die vissers zich tegen duur geld konden aanschaffen om kaping op zee te ont gaan. Speciale stromannen in Holland, Zeeland, Antwerpen, Brussel of Calais regelden een soepele afwikkeling van de ingewikkelde administratieve procedures die de Zuid-Nederlandse overheid in het leven had geroepen. Zo nu en dan kwamen er ook langs officiële weg geregelde uitwisse lingen van gevangenen tot stand. Maar vaak kreeg bot geweld de overhand. Toen stuurman Pieter Huibrechtsz. Smit in 1593 in het Sluise Gat door een kaper uit Blankenberge werd genomen, weigerde hij negenhonderd gulden losgeld te betalen, waarop hij zonder pardon overboord werd gezet en met haken doodgesla gen. In 1600 werd de vijftigkoppige bemanning van de vóór üuinkerke overmeesterde 'Crabbelcat' naar Vlissingen opgebracht en daar met uit zondering van zes jonge matrozen opgehangen (p. 102-104 en 145). Omdat de vijand deze 'grande cruaulté' niet over zijn kant kon laten gaan, eindigden in üuinkerke eveneens vijftig Hollandse en Zeeuwse gevangenen, meest vissers, hun leven aan de galg (de auteur schrijft ove rigens ten onrechte consequent 'Blankenbergen' en 'Duinkerken'). Het duurde dus niet lang of de 'geweldsspiraal escaleerde enorm', zeker toen er aan beide zijden vanuit de hogere overheids lichamen op werd aangedrongen gevangenen vooral niet te ontzien. Men moest zich op zee al van deze last ontdoen en zo kwam het 'voetenspoelen' (p. 145) in zwang; ik neem aan dat deze term een cynisch eufemisme is voor het procédé waarbij opvarenden van buitgemaakte schepen zonder pardon overboord werden gezet. Bijlagen 4 en 5 bevatten een lange lijst namen van vissers die met de watergeuzen of Duin kerkers in aanraking waren geweest. De problemen voor de visserijsector bleven niet tot kapingen beperkt. De oorlog had vanzelfsprekend ook een prijsopdrijvende werking, want speciale belastingen, bescherming en vrijkoping leidden tot kosten die op de consument moesten worden verhaald; dit schaadde de Zeeuwse concurrentie positie en afzetmogelijkheden. Bovendien ondervond de export naar het buitenland door de oorlogshandelingen vaak ernstige belemme- Boekbesprekingen 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 38