Figuur 3.
'1809 na Aug. 14. Gezicht in Vlissingen na het bombarde
ment. Gezicht in de Noordstraat'. Tekening, gewassen in
0.1. inkt, door J.H. Koekkoek (1809), h. 15,5 cm, br. 25,5 cm.
Zei. 111. ill, 301, A.
geen sprake kon zijn. Op de 30ste gaf Strachan
opdracht te wachten tot betere omstandigheden.
Inmiddels had men waargenomen dat de Fransen
versterkingen hadden aangevoerd. Men had
troepenbewegingen gezien langs de verschillende
batterijen, groepen van 50 tot 100 man. Men
schatte het aantal op 1.000 tot 1.200. De
Fransen waren erin geslaagd om de Engelsen te
doen geloven dat het om grote aantallen ging.
Op 2 augustus kreeg Owen de opdracht de lijn
Cadzand - Vlissingen te bewaken om zo te ver
hinderen dat de Fransen alsnog troepenverster
kingen naar Vlissingen zouden overzetten. De
troepen zouden naar Veere moeten worden
gestuurd. Pas op 6 augustus was de blokkade
een feit. Toen waren de Fransen erin geslaagd
vanuit Breskens troepen over te zetten naar
Vlissingen.
Afsluitende beraadslagingen
Op 15 maart 1810 vinden de laatste verhoren
plaats, die 18 dagen in beslag hebben genomen
en op 26 maart komt het Lagerhuis bijeen om
zich te beraden over de verkregen informatie.
Lord Porchester houdt een gloedvol betoog van
vier uur, dat hem zo uitput dat hij verzoekt om
zijn in te dienen motie te laten voorlezen door
een ander.27
Zijn betoog bevat tal van zaken en feiten die tijdens
de verhoren te berde waren gebracht. Zo noemt
hij ondermeer het feit dat het arme land over
niet meer dan 15.000 parate manschappen kon
beschikken, dat van de verschillende consultaties
van militairen geen gebruik is gemaakt, dat
Chatham geen plan had, zelfs niet na een verblijf
van een maand en dat een eventueel plan zou
afhangen van de omstandigheden die zich ter
plekke zouden voordoen. Hij stelt dat van een
bevelhebber toch mag worden verondersteld enig
idee te hebben over de aanpak.
Voorts brengt hij naar voren dat de uiteindelijke
doelen werden opgeofferd, omdat nog twee
forten moesten worden ingenomen en dat de
expeditie eigenlijk nooit had mogen worden
uitgezonden, tenzij over de juiste intelligence
was beschikt. Hij verwijt dat alleen deze ministers
zo iets hadden kunnen bedenken. Het hele leger
was opgeofferd, de medici en de regering hadden
immers de troepen te lang op Walcheren gelaten,
ook toen was besloten dit eiland op te geven.
Hij vraagt zich af waarom en met welke oogmerken
de ministers daartoe hebben besloten, ook toen
er in september berichten kwamen van 8.000
De zaak Walcheren in het Lagerhuis 67