Verdronken dorpen in Zeeland (2). Op zoek naar Sinte Philipslandt. Archeologisch onderzoek in het kader van het project Verdronken Dorpen1 R.M. van Dierendonck is als provinciaal archeoloog van Zeeland werkzaam bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (scez) te Middelburg. m.m.v. H. Hendrikse, bij de scez werkzaam als beheerder van het Provinciaal Archeologisch Depot. Zoals inmiddels bij velen bekend vormt het fenomeen van verdronken dorpen een belangrijk onderdeel van de Zeeuwse archeologie. Misschien wel het belangrijkste exportartikel van Zeeland op archeologisch gebied.2 De belangstelling voor deze historisch en archeo logisch interessante resten is de laatste tijd niet alleen meer beperkt tot die van profes sionele en amateur-archeologen; ook diverse publicisten en politiek en bestuurlijk Zeeland, onder aanvoering van de Commissaris van de Koningin, hebben er met enthousiasme kennis van genomen. Bij het provinciale bestuur heeft dit geleid tot het verlenen van een opdracht aan de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (scez) voor het opzetten van een project over dit onderwerp.3 Een door de scez opgesteld projectplan 'Verdronken Dorpen, geinundeert en wegh-gespoelt' is door de Provincie Zeeland in 2002 goedgekeurd en de eerste ferme stappen in de uitvoering van het project zijn reeds gezet. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de inhoud van het bovengenoemde project. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de door de scez te hanteren algemene wijzen van zowel archeologisch als historisch onderzoek en verzameling van gegevens. Als voorbeeld wordt vervolgens een eerste presentatie gegeven van de resultaten van recent onderzoek naar een van de Zeeuwse verdronken dorpen, Sinte Philipslandt. Project 'Verdronken Dorpen, geinundeert en wegh-gespoelt' Het project heeft als belangrijkste doelstelling de oprichting van een monument voor de verdronken dorpen in Zeeland. Daarnaast maken o.a. de publicatie van een dit jaar te verschijnen populair-wetenschappelijk boek en artikelen als dit over het onderwerp, het ontwikkelen en realiseren van permanente presentaties in musea, oudheidkamers en informatiecentra, het ont wikkelen en realiseren van een of meer tijdelijke exposities en de ontwikkeling van educatieve zaken, zoals lesbrieven ten behoeve van het onderwijs deel uit van het projectplan. Ook tijdelijke en eenmalige activiteiten op cultureel gebied, zoals toneelstukken, informatievoor ziening via de media en lezingen staan in het plan vermeld. De basis voor al deze activiteiten wordt natuurlijk gevormd door de kennis waar over we op dit moment beschikken aangaande de verdronken dorpen in Zeeland. Onderzoek bij de scez heeft recentelijk geleid tot een drietal artikelen die aan dit onderwerp gewijd zijn.4 Hetzelfde onderzoek heeft echter ook uitgewezen dat nog een enorme hoeveelheid kennis ont breekt, en dat verder onderzoek uitermate nood zakelijk is. In het kader van het project is dan ook onderzoek aan en documentatie van nieuwe gegevens voorzien. Voorzien is eveneens dat dit onderzoek het langst lopende onderdeel zal vormen van het project, en dat het, gezien het karakter van het onderzoek, de tijdsduur van het eigenlijke project vele malen zal overschrijden. In feite zal het uit te voeren onderzoek op dit gebied als een permanent doorlopend project van de scez beschouwd worden. Archeologische gegevens van de verdronken dorpen Uitgaande van het criterium dat onder een ver dronken dorp wordt verstaan 'een kerkdorp dat als gevolg van vloeden of inundatie is verwoest of verlaten' zijn door historisch en archeologisch onderzoek in Zeeland tot nu toe 115 verdronken dorpen geselecteerd, die geleid hebben tot de publicatie van een eerste kaart in 2001.5 Van een Op zoek naar Sinte Philipslandt 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2004 | | pagina 3