Aanwinsten ruilverkeer
G.G. Trimpe Burger-Mekking
Het nieuwsblad voor volkscultuur Alledaagse Dingen
(zomer 2004) schenkt aandacht aan de regionale
geschiedbeoefening, die zowel populair als
wetenschappelijk wil zijn. De laatste tien jaar
zijn aan verschillende universiteiten hoogleraren
lokale of regionale geschiedenis aangesteld, en
door hun wetenschappelijke impuls zijn diverse
grote stadsgeschiedenissen gepubliceerd. Het
Nederlands Centrum voor Volkscultuur heeft alle
recent benoemde hoogleraren bijeen geroepen
voor overleg, wat resulteerde in een Nationale
Geschiedenisdag 2001. Dit nummer van Alle
daagse Dingen is bedoeld om hun werk beter
zichtbaar te maken. Met het artikel 'Regionale
geschiedenis: wetenschap, identiteit en emotie'
van M. Duijvendak, hoogleraar regionale
geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Groningen,
opent het tijdschrift. De volgende bijdragen zijn
van R. van Maanen, P. van de Laar, A. Bijsterveld
en R. de Bruin, respectievelijk hoogleraar in
Leiden, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Ook
de ondersteunende taak van het Nederlands
Centrum voor Volkscultuur wordt belicht. Als
laatste geeft het tijdschrift bekendheid aan de
grootst erkende koepelorganisatie van erfgoed
verenigingen in Vlaanderen en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest.
Traditie, tijdschrift over alledaagse dingen, tradities
en rituelen (zomer 2004) begint met een artikel
van C. Harkema: 'Discriminatie heb ik in Suri
name nooit gekend'. Het gaat over een vrouw
die haar jeugd in Suriname doorbracht en daar
zeer warme herinneringen aan heeft, in Suriname
wonen mensen met veel verschillende culturele
achtergronden, maar het opvallende is dat er
weinig discriminatie voorkomt.
Een volgend stuk gaat over de vele boeken die over
slavernij geschreven zijn en die bijgedragen
hebben aan de beeldvorming daarover, in 'De
negerhut van Oom Tom' behandelt J. van der
Veer verschillende jeugdboeken. De slavenhandel
in Afrika, de overtocht naar Amerika, het leven
op de plantages, de verhouding tussen slaven en
hun eigenaren, opstand en verzet, dit komt alle
maal ter sprake. Vaak zijn de boeken geschreven
vanuit een negatief standpunt ten aanzien van
de slavernij en bevatten ze nogal wat stereotiepe
beelden, maar ze geven wel een aangrijpend
beeld van het leven van slaven en maken het
mensonterende karakter van de slavernij duidelijk.
De 'Kruikezeiker' is een boekje dat met honderden
via de vw naar alle landen wordt meegenomen
als hét souvenir van de stad Tilburg, waar men
een spotnaam als geuzennaam is gaan beschou
wen. Urine werd vroeger gebruikt bij het wassen,
verven en vollen (verdichten) van wol. Tilburgers
kregen betaald voor hun 'stinckende vochtige
materie'. In andere plaatsen gebeurde het ook dat
inwoners hun urine konden verkopen, onder
andere in Leiden, Haarlem, Amsterdam en vele
plaatsen meer. Dat juist de Tilburgers de spot
naam droegen heeft te maken met het grote
belang dat de wolnijverheid daar in de achttiende
eeuw kreeg: Tilburg ontwikkelde zich tot wolstad
bij uitstek, een stad dus waar veel 'mensenwater'
nodig was.
Het komende jaar staat in het teken van de folklore-
beoefening, en het Nederlands Centrum voor
Volkscultuur wil laten zien dat folklore een
actieve manier is van geschiedbeoefening en voor
veel mensen een goede vrijetijdsbesteding. In
Traditie wordt begonnen met een reeks artikelen
over folkloregroepen. Als eerste is de Zandvoortse
Folklore Vereniging De Wurf aan de beurt. De
Wurf brengt een breed scala aan folkloristische
activiteiten voor het voetlicht. De leden geven
kledingshows, spelen toneel in Zandvoorts dialect
en vestigen de aandacht op het dagelijks leven
in Zandvoort door het bespreken van de werk
kleding van vissers, vislopers en badmannen.
Interessant is het te lezen dat ons Vriezenveen in de
achttiende eeuw veel weg had van een Russisch
dorp. Het was zeer welvarend door de drukke
en levendige handel op Rusland en ook veel
mensen uit het dorp emigreerden naaT Rusland;
in St.-Petersburg kwam zelfs een Nederlandse
kolonie met eigen kerk en winkels. Eind negen
tiende eeuw kwamen veel ouderen terug om hier
van hun verdiende kapitaal te genieten. Degenen
die hun kapitaal hadden belegd in Russische
effecten zagen in 1917 een dikke rode streep
door hun bezittingen gehaald: door de Russische
revolutie was alles waardeloos geworden.
154
Aanwinsten ruilverkeer