den of ex-slaven waren. Dat gegeven is een
nieuw element in het debat over de Nederlandse
slavernij.
De hervormde kerk behield na de slavernij een gepri
vilegieerde positie in Suriname. Vijftig jaar later,
dus in 1913, had volgens het Koloniaal Verslag
de hervormde kerk 6.395 leden, de lutherse
3.019, de Evangelische Broedergemeente 24.580,
de katholieke kerk 19.097 leden en de Joden
waren met 909. De overheidssubsidie was echter
niet navenant. De Broedergemeente kreeg 19.000
gulden, de katholieke kerk 16.800, de hervormde
kerk maar liefst 17.000, de Joodse gemeentes
7.500 en de lutherse 6.000.
Momenteel
De gemeente was een elitegemeente. Pas in 1973
stelde de kerkenraad van de Hervormde Gemeente
van Paramaribo een eigen Kerkorde vast. Pas in
1987 trad de eerste Surinaamse voorganger aan,
Max Lieveld van de Evangelische Broedergemeente.
In 1995 kreeg zij haar eerste eigen voorganger
(Diana de Graven), later gevolgd door N. Claver
en C. Tjon a San. De religieuze situatie is wezen
lijk veranderd na de afschaffing van de slavernij
door de komst van contractarbeiders uit China,
India en Indonesië, die vormen van hindoeïsme
en de islam met zich meebrachten. Het christen
dom heeft geen monopolie meer en wordt tevens
de les gelezen door de nieuwe christelijke groe
pen van evangelicaal en pentecostaal gehalte.
Niettemin heeft de gemeente haar plaats in het
geheel van het religieus spectrum waardig behou
den.
Lelie
Het zegel van de Hervormde Gemeente in Suri
name is Ecclesia Surinamensis ut lilium inter
spinas: een lelie onder doornen. De hervormde
kerk was een 'wit'man kerki', een kerk voor en
van de witten, zonder noemenswaardige beden
kingen tegenover de koloniale overheid, zonder
scrupules rekenend op haar monopoliepositie,
op haar privileges van de overheid tegenover de
volkskerken van de Evangelische Broedergemeente
en de katholieke kerk in Suriname. Zij heeft lang
een kleurbarrière gecultiveerd en het koloniale
denken gepresenteerd en gestimuleerd. In de kerk
in Zeeland zelf zijn andere zaken aan de orde
geweest. God in Zeeland was en is anders. De
tijden zijn echter veranderd. Besef van mensen
rechten en gelijkwaardigheid hebben de Suri
naamse kerk veranderd en hebben haar binnen
oecumenische verbanden een plaats gegeven in
het Surinaams religieus panorama, of de multi
religieuze configuratie.
Jan Basseliers ten slotte, is geen held of nationale
persoonlijkheid in Nederland. Hijzelf en zijn tijd,
met name het begin van de kolonie Suriname
en de rode en zwarte slavernij, hebben een vaste
plaats in de geschiedenis van Suriname en ook
in die van het Surinaamse christendom gekregen.
Gelukkig hebben mensen de tijden kunnen ver
anderen. Kennisname van die historie betekent
een duidelijke les voor nu.
Figuur 3.
Handtekening van Johannes Basseliers onder het 'Formulier
van onderteekeninge der leere, in Synodo Nationali tot
Dordrecht anno 1619 beraemt, ende bij den Synodo Zeelandia,
gehouden ter Goes in Februario anno 1620, aengenomen.',
pagina 190. Zeeuws Archief (za), Classis Walcheren, 28.1, 45.
10
Godt g e he el Zeeuws