afkomstige slaaf Jacobus Capitein, die in Leiden
de eerste zwarte theoloog van Europa zou
worden. Ook hij komt aan in Middelburg. Zijn
Hollandse namen krijgt hij van zijn eigenaren,
die hem als een familielid beschouwen en hem
hun eigen voornamen Jacobus Elisa Johannes
geven. Zijn eigen Afrikaanse naam kon hij zich
niet herinneren.39 Een fascinerend verhaal is dat
van de in 1765 in Grijpskerke gedoopte slavin
Tannetje Vrijheid (zie kadertekst); de Afrikaanse
namen van haar ouders zijn hierbij vermeld.
Voorlopig zouden de weinige Afrikanen die Europa
bereikten, Europese namen krijgen. Alleen in heel
bijzondere gevallen gaat die stelregel niet op. De
twee Ashanti prinsen Aquasi Boachi en Kwamin
Poku, ook uit Ghana, die in Delft gingen stude
ren, zijn de pioniers die - voor zover bekend als
eersten - hun eigen Afrikaanse namen gedurende
hun hele verblijf in Europa, dat ook weer begint
met hun aankomst in Middelburg, hebben
behouden.40
Het laatste woord over de Moren in Middelburg is
nog niet gezegd. De kans dat er alsnog nieuwe
gegevens over de hele groep worden gevonden,
acht ik klein. Mijn conclusie is dat het verblijf
van de meesten van hen in Middelburg niet
langer heeft geduurd dan enkele weken. Maar de
zoektocht naar de lotgevallen van een kleinere
groep individuen die wel gebleven zijn, kan zeker
nog doorgaan. Zo is het waarschijnlijk dat zich
in de archieven van Zeeuwse families verdere
aanwijzingen bevinden, bijvoorbeeld vermeldin
gen van namen van Afrikaanse bedienden of
ander personeel, maar ook afbeeldingen zoals
tekeningen of schilderijen. Ook in internationale
archieven bevinden zich mogelijk verdere aanwij
zingen, zowel over de Afrikaanse herkomst, de
Portugese bemanning, en de verdere reizen van
de schepen van Van der Haegen en Van den
Kerckhoven naar West-lndië. Ruim vierhonderd
jaar na hun onverwachte aankomst in Middel
burg is de tijd rijp om te proberen deze geschie
denis, die zich uitstrekt over drie continenten en
de Atlantische Oceaan, alsnog zo compleet en
levendig mogelijk te reconstrueren.
Bron:
C. Sanderse, Tannetje Vrijheid. Een zwart slavinnetje in
het achttiende-eeuwse Grijpskerke', Nehalennia 102
(1995), 12-14.
Afrikanen in het Walcherse straatbeeld: Tannetje
en Jacobus uit 'Guinée'
Tussen 1732 en 1802 brachten schepen van de
West-Indische Compagnie (wie) en de Middel
burgse Commercie Compagnie (mcc) ruim 200.000
slaven van Afrika naar Amerika. Suriname,
Guyana en de Antillen werden de belangrijkste
bestemmingen.
Hoewel in Nederland wel slavenhandel, maar geen
slavernij was toegestaan, werd er soms een
(ex-)slaaf mee naar Zeeland genomen. Dominee
Michael van de Vondel uit Grijpskerke noteert
in 1765 in zijn doopboek: 'Tannetje, eene rnoor-
inne, toegenaamd Vrijheid is gebooren (zoo als
uijt berichten bleek) den 7 Maart 1749 te Jeran-
bekwoeij op de kust van Guinée; haar Vaders
naam gaf zij op als dat was Sakkepee Sornpon-
derewopee, haar moeders naam Magorobbe
Magondorobbe'.
Tannetje was als slavin ingekocht op de Goudkust en
in 1762 met kapitein Pieter Stap van het schip
'Guide Vrijheid' in Vlissingen aan land gebracht.
Door toedoen van een tweede kapitein, Jacobus
de Nijssen en diens vrouw Tannetje Leijnsen,
is zij in Grijpskerke terechtgekomen. Als familie
naam kreeg zij de naam van het schip dat haar
naar Zeeland bracht; haar nieuwe voornaam
had ze te danken aan haar pleegmoeder. Het is
bovendien denkbaar dat deze naam gekozen is
met het oog op haar huidskleur ('taneet' bruin
geel). De zwarte Afrikaanse vrouw volgde in
Grijpskerke met 19 andere jonge gemeenteleden
belijdeniscatechisatie en werd er in 1765 als lid
maat aangenomen. Op 22 september vertrok
Tannetje Vrijheid met attestatie naar Vlissingen,
waar zij tweeëneenhalf jaar bleef. Vandaar ver
trok ze in 1768 met attestatie naar Paramaribo;
daarna ontbreekt elk spoor.
Tannetje heeft vermoedelijk een twintig jaar oudere
pleegbroer gehad. Op vrijdag 4 oktober 1748
werd in Vlissingen een Jacobus Vrijheid gedoopt,
na belijdenis des geloofs. Ook hij was afkomstig
uit 'Genua'(Guinée). Hij overleed te Vlissingen in
1773. Het is zeer goed mogelijk dat kapitein
Jacobus de Nijssen van de 'Guide Vrijheid' zich
heeft ontfermd over enkele slaven en deze als
persoonlijke bedienden mee naar Walcheren nam.
Ze moeten een niet alledaagse verschijning in het
Walcherse straatbeeld zijn geweest.
(tp)
Afrikanen in Zeeland
21