gpEBE Godt niet meer Engels maer geheel Zeeuws. D Jan Basseliers, kerk en slavernij pastor in het bisdom Paramaribo. Joop Vernooij Rodboud Universiteit Nijmegen en was van 1969 tot 2001 Jan Basseliers, in 1640 geboren in Middelburg en in 1689 gestorven te Surimombo (Suriname), is de eerste voorganger van de gereformeerde gemeente in Suriname. Hij vertrok naar de nieuwe kolonie in 1668 en werkte er toen Suri name in de maak was: Suriname werd een slavenkolonie en Basseliers had er part en deel aan. In het volgende willen we Basseliers in die context plaatsen. We zullen aandacht besteden aan zijn leven en werk en aan de ontwikkeling van de gereformeerde/hervormde gemeente daar. Prof. J. v.d. Linde publiceerde in 1966 in zijn 'Surinaamse Suikerheren en hun Kerk' met name over J. Basseliers. We kunnen met gegevens van later onderzoek het een en ander aanvullen.1 Aanloop Aanvankelijk beperkte de bemoeienis van Zeeland met de Wilde Kust zich tot het tegenwoordige Guyana. In 1643 woonden er driehonderd Engelse gezinnen met slaven in Suriname. De West- Indische Compagnie van 1621 wilde geld verdie nen in de kolonies op de Wilde Kust. Ze stond in 1657 Essequebo (Ysekepe), dat met Pomeroon, Demerara en Berbice tot de nieuwe Hollandse kolonies op de Wilde Kust behoorde, af aan de stadsbesturen van Middelburg, Vlissingen en Veere en vier bewindhebbers van de Kamer Zeeland van de West-Indische Compagnie. Aert Groenewegel werd commandeur en Johannes Urselius werd er als predikant aangesteld (in 1661 vanwege wan gedrag ontslagen). Het gebied werd Nova Zeelandia genoemd. De koop- en kaapvaart, met cargasoen (handelswaar) en armasoen (slaven om handel mee te drijven) kwam weliswaar tot bloei, maar uiteindelijk bleken de goede vooruitzichten voor de West-Indische Compagnie toch minder goed uit te pakken. De Kamer van Zeeland had graag dat er predikanten met de schepen meegingen.2 Zij bepaalde in haar Conditiën ende Articulen van 1627 in artikel 18: 'Sullen binnen haer bedrijff anders geen godtsdienst plegen als die van de ware Gereformeerde religie in maniere die tegenwoordich hier te lande gepleecht wort, ende soo door hun christelyck leven ende waendel d'lndianen totte kennisse Godts zien te trecken, zonder nochtans yemant ter oorsaecke van zyn religie te vervolgen, maer een ider de vrijheijt van zijne consciëntie laten.' (Zullen binnen hun onderneming geen andere godsdienst beoefenen dan de gereformeerde religie, op de manier zoals die tegenwoordig hier te lande gangbaar is; en zo met hun christelijke leven en wandel de Indianen kennis van God bij te brengen, zonder echter iemand naar aan leiding van zijn religie te vervolgen, maar ieder de vrijheid van geweten te laten.) De Notulen van de vergadering van de Heren xix van 12 juli 1627 over de voorwaarden voor de bewind hebbers die kolonies willen stichten, melden dat artikel 20 bepaalt: Godt geheel Zeeuws 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2005 | | pagina 4