aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen,
was vanaf 1918 woonachtig in Middelburg. Hij
bezat een uitgebreide kevercollectie, die na zijn
overlijden in 1922 door zijn erfgenamen aan het
Zeeuws Genootschap werd geschonken. Deze
verzameling, en de collectie van dr. J.G. de Man -
van 1909 tot 1918 conservator van het Kabinet
van Natuurlijke Historie van het Genootschap -
zijn in 1974 eerst in bruikleen, daarna als schen
king naar het Zoölogisch Museum in Amsterdam
verhuisd.
Verbaal betoogt in dit artikel dat de Hortulus
niet is bedoeld als instructiegedicht voor tuinier-
ders of medische wetenschappers. Het is volgens
hem een opvoedkundig werk om ons te laten
zien hoe we moeten omgaan met het probleem
van jonge oblates (aankomende geestelijken) als
hun seksualiteit ontwaakt, teneinde te zorgen dat
zij de spirituele vruchten van het kloosterleven
zullen aanvaarden.
Het in 1948 door Dom Eligius Dekker opgerichte
jaarboek voor godsdienstwetenschappen Sacris
Erudiri, dat later de ondertitel A journal on the
Inheritance of Early and Medieval Christianity
kreeg, brengt specialistische studies, onderzoe
kingen en kritische opmerkingen onder de aan
dacht. In 'The Authentic Dialogues of Gregory
the Great' van P. Meyvaert gaat de auteur in
tegen een studie van F. Clark over 'The Dialo
gues'. Clark is ervan overtuigd dat het werk een
vervalsing moet zijn. Hij rechtvaardigt deze
overtuiging door een imaginaire schrijver te
introduceren, the Dialogist, die besloot een eeuw
na Gregorius zich voor deze uit te geven en hij
creëert tientallen personages en gebeurtenissen
waarbij de paus een actieve rol gespeeld zou
hebben. In tegenstelling tot bewezen verval
singen is Clarks motief enkel de wens een goed
verhaal te schrijven, en dat op te hangen aan
een beroemde naam uit het verleden. Meyvaert
probeert het vervalsingsverhaal volledig te ont
zenuwen en komt tot de conclusie dat 'The
Dialogues' het ware en originele werk van Gregory
the Great is, en als zodanig onze blijvende aan
dacht verdient.
W. Verbaal schrijft 'Eros im Krautergarten: eine spiri-
tuell-padagogische Lektüre von Walahfrid
Strabos' Hortulus'. Strabos, abt van Reichenau,
geldt als een van de bekendste dichters uit de
negende eeuw. Zijn lyrische beschrijvingen van
kruiden in de kloostertuin van Reichenau en hun
medische toepassingen hebben ervoor gezorgd
dat het gedicht De cultura hortorum, beter
bekend als de Hortulus, vooral werd bestudeerd
uit botanische en farmaceutische interesse. Auteur
Aanwinsten ruilverkeer
69