deel grepen herdijkers kun kans net buiten de
Landdijk. Nicasius Claissone was een van hen,
Andries Andries een andere.2 Aan de buitenzijde,
dit is de westzijde van de zeedijk die in 1488
gedeeltelijk was vernield, slibde een schor op
vlak voor Boekhoute. Hier zette het geslacht
Lauwereyn het reeds decennia eerder begonnen
bedijkingsproces voort.3 Hoewel er tijdens de
troebele tijd van voor 1493 niet veel kon worden
uitgericht, lagen de verleende bedijkingsoctrooien
dus al geruime tijd klaar. Er was in deze bedij-
kingsvoorwaarden zelfs voorzien in de stichting
van een nederzetting met enige stedelijke rech
ten: Philippine.4
Maar een en ander liep toch wat anders dan gewenst.
De Philippinepolder kwam droog, maar kreeg
in zijn prille bestaan te kampen met tegenslagen.
Deels waren die toe te schrijven aan de storm
vloeden die de zestiende eeuw kende, zoals die
van 1509, 1511, 1530, 1532, 1552 en 1570.5
Deels ook waren die tegenslagen te wijten aan
de bedijkers zelf, zij hadden de eerste zeedijk
immers veel te dicht langs de stroomgeulen
gelegd. Daardoor was de dijk kwetsbaar en
schuurde deze gemakkelijk weg, terwijl er bij
eb gevaar was dat zich dijkvallen voordeden
(fig. 1). Na het overstromen in 1532 werd de
polder pas in 1 566 herdijkt door Jan van Bergen.
De Tachtigjarige Oorlog
Vlak na de herdijking van de Philippinepolder
brak opnieuw de hel los in Noord-Vlaanderen.
Weer was het oorlog. Die begon met gerichte
acties van de Watergeuzen vanuit hun uitvals
basis Vlissingen, dat ze op 6 april 1572 hadden
veroverd. Niet lang daarna werd het sluizencom-
plex van de stad Gent te Sas van Gent in brand
gestoken, terwijl ook Terneuzen en Axel werden
platgebrand.6 Biervliet was inmiddels al onder
volledige controle van de Geuzen. De nieuwe
Philippinepolder ondervond flinke schade tijdens
de Allerheiligenvloed van 1570, maar had niet te
lijden onder de oorlog. Een dorp dat aanspraak
kon maken op die kwalificatie bestond nauwelijks
en de polder had verder dan ook geen enkele
economische of politieke waarde voor de Water
geuzen. Dit veranderde toen er in 1583 een eind
kwam aan de overheersing van de Gentse calvi
nisten van het omringende platteland. Hun furie
had ruim zes jaar geduurd. In oktober 1583 ver
overde Alexander Farnese, hertog van Parma, de
gehele Noord-Vlaamse kuststrook en bedreigde
zo rechtstreeks Zeeland. Vanuit zijn hoofdkwar
tier te Eeklo trok hij die maand de Sasse Vaart
over en dwong de Vier Ambachten en het Land
van Waas te capituleren. De Spaanse aanwezig
heid zou hier enkele decennia gaan duren.
Gedurende die tijd werd de plaats omgebouwd
tot een fort. In 1633 werd Philippine door de
Staatse troepen heroverd en elf jaar later Sas
van Gent, terwijl in 1645 ook Hulst met het
Hulsterambacht definitief aan de Noordelijke
Nederlanden werd toegevoegd. Wat betekende
die lange Spaanse aanwezigheid nu voor
Philippine?
Fortificatie en strategisch belang van Philippine
Het strategische belang van Philippine is lange
tijd bepaald geweest door zijn ligging aan de
zuidelijke Braakman, die een doorgang voor
Staatse troepen vormde richting Axel. Bovendien
lag aan de noordzijde van dit deel van de Braak
man het Kwartier van Terneuzen met het Spaanse
fort Aldano, dat op 6 november 1583 direct
door de Staatse troepen op de Spanjaarden werd
teruggepakt, als ware het een groots en mee
slepend schaakspel. Terneuzen en in 1 586 ook
Axel werden omgebouwd tot twee Staatse uit
valsbases om Vlaanderen in te trekken en even
tueel delen daarvan te veroveren. De Staatse
verdedigingslinie werd versterkt door de bouw
van het Mauritsfort in 1 588. Het ligt dan ook
voor de hand er vanuit te gaan dat Philippine
als contrafort omstreeks die tijd of iets eerder
moet zijn gebouwd. Enkele vragen zijn hierbij
van belang. Hoe heeft Philippine er als fort
uitgezien in die begintijd? En hoe belangrijk
was Philippine als Spaans fort?
De eerste vraag is betrekkelijk eenvoudig te beant
woorden. Omdat de meeste forten eind zestiende
eeuw werden gebouwd als een aarden fort
met vier bastions, een gracht daaromheen met
een valbrug en op het binnenterrein diverse
gebouwen en een uitkijktoren, werd ook het fort
Philippine volgens dezelfde principes gebouwd.
Wezenlijke wijzigingen traden voor 1609 kenne
lijk niet op (fig. 2).
Dan komen we bij de vraag hoe belangrijk Philippine
als Spaans fort is geweest. Om die vraag te
beantwoorden moeten we eerst kijken hoe de
Spaanse verdediging ter plekke was georgani
seerd. De hoofdplaats, of het Spaanse hoofdfort
aldaar, was zonder twijfel Sas van Gent. Dit fort
viel onder rechtstreeks gezag van de stad Gent.
Het Sas viel als sluizencomplex immers onder
jurisdictie van de Arteveldestad, die deze uit het
Assenederambacht had weten los te weken. De
98
Philippine