Oude relaties.
West-Zeeuws-Vlaanderen en de
Turks-Arabische wereld in de
Middeleeuwen en Nieuwe Tijd (1)
g I III Ti l
Arco Willeboordse
is medewerker cultuur
bij de gemeente Sluis.
Weinig kwesties worden momenteel zoveel bedis
cussieerd en roepen zoveel emoties op als de
verhouding tussen de 'westers-christelijke' en
de 'oosters-islamitische' cultuur. De discussies
zijn terecht en de emoties (vaak) begrijpelijk,
want het gaat in de verhouding tussen de beide
culturen om weinig minder dan de identiteit
en inrichting van onze samenleving. Hoe zien
wij elkaar en hoe gaan wij met elkaar om zijn
daarbij twee centrale vragen.
Beide vragen gaan ver terug in de tijd en een
gezonde discussie kan dan ook alleen gevoerd
worden indien enig inzicht bestaat in de manier
waarop de onderlinge contacten, verhoudingen
en opvattingen ontstaan zijn en zich in de
loop van de tijd ontwikkeld hebben. Dat inzicht
dient in de eerste plaats te komen van geschied
schrijvers. Zij zijn in staat om verklaringen te
geven over hoe westerlingen/christenen en
moslims elkaar hebben ontmoet, hoe zij in de
loop van de tijd over elkaar zijn gaan denken
en hoe zij zich ten opzichte van elkaar zijn
gaan gedragen. Historici kunnen daarom node
gemist worden in een debat waarin historisch
inzicht een bepalende rol speelt (een debat
dat alleen al om die reden niet mag worden
overgelaten aan politici, journalisten of colum
nisten).
Tegelijkertijd mag het onderwerp van het debat
zich niet beperken tot de ander of de andere
cultuur. Zelfdefiniëring en zelfreflectie, dat
wat wij 'eigen' vinden aan onze (overigens
altijd veranderde en voortdurend veranderende)
cultuur, dient daar eveneens deel van uit te
maken. Door het duiden van ontwikkelingen,
het geven van verklaringen, het wijzen op het
gevaar voor of het bestaan van foutieve histo
rische veronderstellingen, vooroordelen en
mythes kan de geschiedschrijving als weinig
andere disciplines een bijdrage leveren aan het
rationeel en zuiver houden van de maatschap
pelijke discussie.
Nogal eenzijdig domineert daariri tegenwoordig
vooral het verschil, de afstand, dat wat beide
culturen scheidt. Echter: weliswaar hebben het
westen en de islam ieder een gescheiden ont
wikkeling gehad, daarnaast was er altijd een
grote mate van onderling contact, van inter
actie en wederzijdse beïnvloeding.
Hieronder en in een volgend tweede deel wordt een
globale schets gegeven van enkele van die
westers-islamitische contacten. De schets is
begrensd tot een geografisch klein gebied en
tot een duidelijk afgeperkte periode. Het gebied
is West-Zeeuws-Vlaanderen, de periode de
Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd (tot einde
achttiende eeuw). Anders dan doorgaans wordt
aangenomen, blijken de betrekkingen tussen
West-Zeeuws-Vlaanderen en de Turks-Arabische
wereld, tussen West-Zeeuws-Vlamingen en
moslims, ouder, talrijker en - in ieder geval
voor laatstgenoemde periode - over het alge
meen welwillender dan vermoed. We kunnen
dan ook met recht spreken van oude relaties.
Lage-Landers en islamieten
De eerste contacten tussen Lage-Landers (vooral
pelgrims en kruisvaarders) en islamieten dateren
uit de Middeleeuwen en vonden plaats in Spanje,
het Heilige Land en de Levant (Syrië/Libanon,
Noord-Egypte). Later, in de zestiende, zeventien
de en achttiende eeuw, verbreedde het contact-
gebied zich van Afrika in het westen tot Indië in
het oosten en hadden de ontmoetingen vooral
een politiek en commercieel karakter. Het initia
tief in deze periode lag bijna uitsluitend bij de
westerlingen. Nederlanders waren frequent te
vinden in islamitisch Noord- en West-Afrika, in
Turkije, de Perzische Golf, Moghul-lndia en Indië.
Slechts sporadisch echter horen we van bezoeken
van islamieten aan de Nederlanden.
Zoals gezegd richten we ons op een klein gebied en
een kleine bevolkingsgroep in de Lage Landen:
West-Zeeuws-Vlaanderen en zijn inwoners. Over
ontmoetingen en contacten tussen West-Zeeuws-
Vlamingen en moslims zijn we vanwege het wei
nig overvloedige bronnenmateriaal niet zo goed
ingelicht. Hieronder en in het tweede deel geven
we een inventariserend en bijgevolg onvermijde
lijk enigszins anekdotisch overzicht.'
Oude relaties
81