gpEEEMgy
Een opsomming zou zeer verleidelijk, maar zoals aan
elke verleiding moeten we daaraan weerstand
bieden. Immers al die lijsten zouden gemakkelijk
een verkeerde indruk maken of leiden tot ver
keerde conclusies. Deze onjuiste conclusie bij
voorbeeld: Van Dale besteedde naar verhouding
veel aandacht aan woorden uit zijn dialect of
Zuid-Nederlandse dialecten. Over de verhouding
heb ik geen idee. Bovendien blijft Van Dale in
zijn woordenboek het ideaal van een Algemene
Beschaafde taal belichamen: zijn woordenboek
is een hulpmiddel daarbij. Zijn werk laat echter
zien hoe serieus zijn kennis van en hoe groot zijn
belangstelling voor de levende taal is, voor de
taal van zijn streek en zijn Vlaamse vrienden.
Figuur 4.
Kaartje met aantekeningen, woorden en bronnen van Van
Dale voor zijn woordenboek.
A-/
/jxCxhi -/* o a^1?.
-Af+fjuv!- w-« ■zs~a^~
H
- TwKZ,
'f-V f
ff/.- Z—:cZf '..v, w ....rz „3 —v .'V-,, r...".v —ff f
Bibliografie
Bo, L.L. de (1892), Westvlaamsch Idioticon. Gent 1892.
Driel, Lo van (2002a), 'De zaak 471. Van Dale, de vorming
van Sluis, de rechten en de centen', in: Aaneengeregen
tijdankers. Bijdragen tot de geschiedenis van West-
Zeeuws-Viaanderen 30. Heemkundige kring West-
Zeeuws-Vlaanderen. Aardenburg 2002, pp. 155-177.
Driel, Lo van (2002b), 'Vandalia: woon-, werk- en rustplaatsen
of waar woonde en werkte Jan van Dale?', in:
Mededelingenblad Heemkundige Kring West-Zeeuws-
Vlaanderen 35 4-132 (2002), pp. 8-1.
Driel, Lo van (2003), Een leven in woorden. J.H. van Dale -
schoolmeester - archivaris - taalkundige. Zutphen 2003.
Driel, Lo van (2004a), 'Ik ben voor hoera. Om de uitspraak'.
De lexicografische correspondentie tussen Matthias
de Vries en J.H. van Dale. Cahiers voor taalkunde 21.
Amsterdam/Münster 2004.
Driel, Lo van (2004b), Zeeuws. De dialecten van Zeeuws-
Vlaanderen tot Goeree-Overfiakkee. Taal in stad en land
18. Den Haag 2004.
Ghijsen, Ha.C.M. (1974), Woordenboek der Zeeuwse dialecten.
Den Haag 1974 (3C dr.).
Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Red. R. de
Schrijver e.a. (3 dln.). Tielt 1998.
Schuermans, L.W. (1865-1870), Algemeen Vlaamsch Idioticon.
Leuven 1865-1870.
Sterkenburg, P.GJ. van (1983), Johannes van Dale en zijn
opvolgers. Utrecht/Antwerpen 1983.
Sterkenburg, P.G.J. van (1992), Het Woordenboek der
Nederlandsche Taal. Portret van een taalmonument
's-Gravenhage 1992.
Winkler, J. (1874), Algemeen Nederduitsch en Friesch
dialecticon. (2 dln). 's-Gravenhage 1874.
Noten
1 Zie Van Sterkenburg (1992). Voor het beeld van Van Dale
dat hier geschetst wordt, voor allerlei details en de
argumenten verwijs ik naar Van Driel (2003) en (2004a).
2 I.M. Calisch en N.S. Calisch, Nieuw Woordenboek der
Nederlandsche taalbevattende: de meest gebruikelijke
woorden, spraakwendingen en spreekwoorden; de
bastaardwoorden, die of reeds het burgerregt hebben
verkregen of vrij algemeen worden gebezigd; een aantal
kunstwoorden: aanwijzing der spelling van Bilderdijk, waar
zij met de gewone verschilt. De eerste aflevering verscheen
in november 1861. In januari 1864 is het woordenboek
van uitgever Champage te Tiel compleet verkrijgbaar.
3 Driel, L. van (2002b).
4 Zie voor de reconstructie van deze zaak: Van Driel (2002).
5 J.H. van Dale, Een blik op de vorming der stad Sluis en op
den aanleg harer vestingwerken van 1382 en 1587.
Middelburg 1871. De beoogde bijlage bij dit werk wilde
het stadsbestuur niet voor zijn rekening nemen. Dat ver
scheen postuum in 1875: 'Naamlijst van de poorten,
toren, steegers, markten, straten enz. der stad Sluis in
het midden der 15e eeuw, met eene afbeelding van het
zegel van 't ambacht der smeden en dat van de geeste
lijken der Onze-vrouw-Kerk te Sluis.', in: ArchiefZeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, ille dl. - 2e st.
Middelburg 1875, pp. 25-80.
6 In: De Navorscher 1 (1851), 203. Volledigheidshalve zij
vermeld dat Van Dale ook wijst op de hiaatvullende n
bij het verkleinwoord blaadjenin de dichtkunst en den
mijnen dat nog vaak in de spreektaal voorkomt.
7 Aldus de Encyclopedie van Zeeland (s.v. dialect) in een
tekst die oorspronkelijk door P.J. Meertens is opgesteld.
De bron is niet geverifieerd.
8 In: Archief voor Nederlandsche Taalkunde 3 (1851-1852):
pp. 207-212. In een noot verklaart Van Dale zijn opzet:
'Deze zamenstellingen, ontleend aan de spreektaal in
het 4e district der prov. Zeeland, kunnen als bijvoegsel
beschouwd worden tot het opstel' waarna de titel van het
stuk van De Jager volgt.' Die districten werden in 1815
ingesteld. West-Zeeuws-Vlaanderen was toen het vijfde
Van Dale en het dialect 135