Aantal gezinsmigraties
j 42****
1,37****
0,86**
Aantal zelfstandige migraties
-
-
1,33****
Broers en zussen op 12/17-jarige leeftijd
Aantal oudere zussen
1,04
1,10
0,92
Aantal jongere zussen
1,12
1,18**
0,92*
Aantal oudere broers
0,83**
0,92
0,96
Aantal jongere broers
1,03
0,93
1,01
Transities doorlopen door zussen
Aantal zussen gemigreerd naar platteland
2,56****
1,05
1,65****
Aantal zussen gemigreerd naar de steden
1,24
2 2 y****
0,91
Aantal gehuwde zussen
2,12***
1,02
2 1 y****
Aantal overleden zussen
0,52
0,88
1,20
Aantal nieuw geboren zussen
1,69
1,19
1,06
Aantal zussen teruggekeerd in het gezin
0,45**
1,00
0,99
Transities doorlopen door broers
Aantal broers gemigreerd naar platteland
0,98
0,58
1,21
Aantal broers gemigreerd naar de steden
1,80
1,35
1,01
Aantal gehuwde broers
2,45**
0,88
1,14
Aantal overleden broers
1,00
0,94
1,40
Aantal nieuw geboren broers
1,04
1,26
0,53
Aantal broers teruggekeerd in het gezin
1,34
1,45
1,51*
Standaarddeviatie frailty term
0,83*
0,09*
0,48***
Likelihood ratio test
2 ~j i
153****
359****
Aantal migranten/huwenden
154
144
531
Ref. Referentiecategorie.
Significant op p 0,10 niveau.
Significant op p 0,05 niveau.
Significant op p 0,01 niveau.
Significant op p 0,001 niveau.
Toelichting: De in de tabel opgenomen effecten zijn vastgesteld
door middel van gebeurtenisanalyse (of 'event history' analy
se) waarmee de factoren die invloed hebben op de timing van
gebeurtenissen in de levensloop kunnen worden onderzocht
(in dit geval het Cox proportionele hazards model). De timing
van levensloopgebeurtenissen, bijvoorbeeld migratie of
huwelijkssluiting, beschrijft een combinatie van het al dan
niet plaatsvinden van die gebeurtenis (bijv. trouwen) en de
duur tot die gebeurtenis plaatsvindt vanaf een bepaald
moment in de levensloop. In de modellen waarin migratie
centraal staat, wordt gestart op het twaalfde jaar en in dat
betreffende huwelijkssluiting op het zeventiende levensjaar.
Kansen van individu met specifieke kenmerken (geboren in
een boerengezin, met twee zussen die al naar de stad zijn
gemigreerd etc.) worden uitgedrukt als relatieve kansen.
Deze relatieve kansen worden bepaald ten opzichte van een
referentiecategorie die een kans van '1' heeft, of wordt bij
variabelen die een hoeveelheid uitdrukken (bijvoorbeeld aan
tal broers) bepaald in relatie tot het aantal (bijvoorbeeld gro
ter of kleiner wanneer het aantal toeneemt). De schatting van
een bepaald effect, gebeurt onder het constant houden van
alle andere in het model opgenomen kenmerken. Het voordeel
van 'event history' analyse ten opzichte van andere metho
den, is dat ook informatie over de levenslopen van mensen
die op een bepaald moment zoekraken of die niet verder
gevolgd kunnen worden (zogenaamde gecensureerde levens
lopen) mee kunnen worden genomen. De informatie tot op
dat moment wordt wel in de analyse betrokken en daarop
worden de relatieve kansen van individuen om een bepaalde
gebeurtenis mee te maken mede uitgerekend.
32
Migratie en huwelijkssluiting