waar ze met een enkel zinnetje een breder per spectief hadden kunnen schetsen. Bij de herove ring van het vliegveld Ockenburg bij Den Haag bijvoorbeeld [waarbij de eerste Thoolse dode viel) raakte een groot deel van de Duitse transport toestellen onbruikbaar. Dat melden de schrijvers wel, maar niet dat die verliezen een grote invloed hadden op het verdere verloop van de oorlog in Europa. Later (in 1941) verloren de Duitsers nog een aantal toestellen op Kreta, waarna ze bij de inval in Rusland nauwelijks luchtlandingstroepen konden inzetten. Dat zou het verloop van WO 2 dramatisch hebben kunnen veranderen. Maar goed, dat gaat misschien wat ver. De schrijvers melden dat zij er niet voor hebben gekozen getuigen te interviewen, vanwege de tijdsdruk. Dat vind ik een vreemd argument. Volgens mij is er juist tijdsdruk om wél degenen aan het woord te laten die erbij waren, want het aantal ooggetuigen van de oorlog daalt in snel tempo. Het feit dat er veel andere gedrukte en geschreven bronnen zijn, doet daar niets aan af. Ook internet noemen de auteurs als een rijke bron. Als historicus kun je daar echter niet voor zichtig genoeg mee omspringen, want het wereldwijde web blijft een verzamelplaats van rijp en groen. Bovenstaand gemopper lijkt een negatief oordeel over deze publicatie aan te kondigen, maar niets is minder waar. Het is eerder een antwoord aan de auteurs, die in hun boek lezers om aanvullen de informatie vragen. Voor die schrijvers moet het een monnikenwerk zijn geweest om alle (bio grafische) gegevens voor Gevallen en gebroken te verzamelen. Die gegevens presenteren ze over zichtelijk, waardoor hun boek niet alleen een naslagwerk is, maar ook nog prettig leest. Voeg daarbij de keurige verzorging door uitgeverij ADZ te Vlissingen en u hebt een boek in handen van boven-regionale betekenis. "Onze wens is dat de Thoolse oorlogsslachtoffers nooit worden vergeten." Met deze zin besluiten de auteurs hun inleiding. Aan hen zal het in elk geval niet liggen. Eric-Jan Weterings 188 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2006 | | pagina 42