dan in de twintigste eeuw zijn verbeterd, hij bleef onderworpen aan de willekeur van de plaatselijke machthebbers. Kwam een veldwachter die niet goed overweg kon met de plaatselijke bevolking er in de regel met een berisping vanaf, een veldwach ter die zich kritisch uitliet over zijn baas, riskeerde regelrecht ontslag. Noten 1. Voor een algemeen overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse politie zie: F. Perrick, Politie in Nederland: een inleiding tot haargeschiedenis, organisatie en taak, Groningen 1982. De socioloog-criminoloog Fijnaut heeft een algemeen overzichtswerk over de geschiedenis van de politie in West-Europa geschreven. De aandacht die hij besteedt aan de geschiedenis van de veldwacht is echter minimaal. Zie: Cyrille Fijnaut, Opdat de macht een toe vlucht zij? Een historische studie van het politieapparaat als een politieke instelling, Antwerpen/Arnhem 1979. In het verouderde werk van Flaarman wordt vooral ingegaan op de juridisch-institutionele geschiedenis van de politie in Nederland. Zie: J.W. Haarman, Geschiedenis en inrich ting der politie in Nederland. Met eenige aantekeningen omtrent de politie in andere landen, Alphen aan den Rijn 19332. Van Riet geeft een aardig, zij het wat oppervlakkig en impressionistisch, beeld van de geschiedenis van de politie in Nederland tot de Tweede Wereldoorlog. Zie: Frank van Riet, T'Uwen dienst. De geschiedenis van de politie in Nederland vanaf de Middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog, Schiedam z.j. Het beste werk over de veld wacht is ongetwijfeld: Filip Bastiaen, De veldwachter in het spanningsveld van autoriteiten solidariteit 1830- 1914. Gent 1984 (onuitgegeven licentiaatverhandeling), waarin de geschiedenis van de veldwacht in een deel van Oost-Vlaanderen (Gent en Eeklo) wordt beschreven en geanalyseerd. De geschiedenis van de (plaatselijke) politie is in verschillende gedenkboeken min of meer uitvoerig beschreven. Zie voor een voorbeeld dichtbij: Willem van Ham en Cees Vanwesenbeeck, De Bergse politie voor recht en rust, Bergen op Zoom 1992. Voor andere titels verwij zen we naar de literatuurlijst van Van Riet. 2. De Franse wet op de veldwacht dateert uit 1791. Pas na de annexatie van het koninkrijk Holland door de Fransen in 1810 werd de Franse wetgeving ten aanzien van de po litie in ons land van kracht. In 1811 stelde de prefect van het departement van de Monden der Schelde regels op voor de organisatie van de veldwacht in Zeeland (zie: GA Goes, Archief gemeente Kloetinge, inv.nr. 29, 'prefecture du département des Bouches de L'Escaut, instructions pour les Chefs d'escouades et les gardes-champêtresj. 3. De Zeeuwse veldwacht was in de negentiende eeuw in twaalf brigades verdeeld: Walcheren, Schouwen-Duive- land, Zuid-Beveland, westelijk Zeeuws-Vlaanderen en oostelijk Zeeuws-Vlaanderen beschikten over ieder twee brigades; Tholen en Noord-Beveland hadden er ieder één. 4. Perrick, Politie, 11-13, 17, 23-29 en 52. Zie verder: Fijnaut, Toevlucht, 130-145, 803-813 en 945-992; Van Riet, T'uwen dienst, 19-25, 43-59 en 139-150 en Haarman, Inrichting politie, 14-49. Wat deze auteurs niet vermelden, is dat de overheid al in 1840 met een voorstel kwam om de gemeenteveldwacht onder te brengen bij de marechaussee. Dit plan werd aan alle gemeenten voorge legd. De Zeeuwse waren faliekant tegen. Ze vonden namelijk dat opheffing van de gemeentelijke veldwacht de autonomie van de dorpen in gevaar bracht. Voor nadere informatie verwijzen we naar de notulen van de gemeenteraden uit januari 1841. 5. Provinciaal Blad van Zeeland (PB) No. 85, (26-6-1829), Reglement op de inrigting der veldwachters, in de provin cie Zeeland. Dit reglement is een aantal malen gewijzigd en aangepast. In 1852 naar aanleiding van de gemeente wet van 1851 (zie: PB No. 158, 22-12-1852, Instructie voor de veldwachters in de provincie Zeeland] en in 1895 (zie: PB No. 118, 30-11-1895, Instructie voor de bezol digde gemeente-veldwachters in de provincie Zeeland]. 6. Voor overzichten van de verdiensten der Zeeuwse veld wachters in de jaren 1832, 1855, 1866 en 1882 zie: PB No. 24 (9-2-1832); verder: Zeeuws Archief Middelburg (ZA Middelburg), Archief Provinciaal Bestuur 1815-1850, inv.nr. 2771; Archief Provinciaal Bestuur 1851-1910, inv.nr. 2442 en Provinciaal Verslag 1866, 230-237. 7. Voor deze en andere Noord-Bevelandse veldwachters: Albert L. Kort, 'De veldwachter en de handhaving van de openbare orde op Noord-Beveland', in: DeSpuije. Tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland 62 (2004), 22-29. 8. Albert L. Kort, 'Veldwachters op Zuid-Beveland', in: Nehalennia, Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en de Zêëuwsche Dialect Verênigieng (ZDV) 150 (2005), 10-19. 9. Albert L. Kort, 'Een veldwachter in Waterlandkerkje', in: Mededelingenblad Heemkundige Kring West-Zeeuws- Vlaanderen 144 (2005), 2-9. 10. Kort,'Veldwachters Zuid-Beveland', 15-16. 11. Over J. Koster en andere veldwachters in Yerseke werd voortdurend geklaagd, zowel door het gemeentebestuur als door de bevolking. Zie: ZA Middelburg, Archief Provinciaal Bestuur 1851-1910, inv.nrs. 2546 (brief 7-3- 1884), 2697 (brief 8-10-1887), 2698 (brieven 14-12- De veldwacht 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 10