den. Eenmaal aan land, zal de bovengenoemde
agent de Barbarijse slaven de kleren laten aantrek
ken die men voor hen in Nederland gemaakt heeft.
Vervolgens zal hij bij de verantwoordelijke persoon
een audiëntie bij de keizerlijke Majesteit aanvra
gen.' 1 Aan hem diende hij onder ander te vertellen
over de minzame prins Maurits en zijn bevrijding
van de Marokkanen uit Spaanse slavernij.
Zo gezegd, zo gedaan. Coy en de Moren werden
in de zomer van 1605 in de havenstad Safi met veel
ceremonieel ontvangen. Daarna reisde Coy naar het
paleis van de vorst in Marakech. Mahomet es sheich
Abou Fares toonde zich ingenomen met de cadeaus
die de ambassadeur uit de Republiek had meegeno
men. Mede dankzij de slaven uit Sluis was een goed
begin gemaakt met het vormen van een Marok
kaans-Nederlandse alliantie. Het zou uiteindelijk
vijfjaar later (een lange troonstrijd zorgde voortdu
rend voor uitstel) resulteren in het eerste officiële
verdrag tussen Marokko en een Europees land.2
Betrekkingen met Algiers
Ook met slaven afkomstig uit Algerije trachtte de
Nederlandse overheid goede sier te maken. In
enkele Noord-Afrikaanse havensteden, vooral
Algiers, waren in de jaren vóór 1604 Nederlandse
schepen "geïnspecteerd" die handelswaar vervoer
den voor vijandelijke Italiaanse staten. Nederlan
ders die tussen Italiaanse havensteden voeren wer
den door de Noord-Afrikanen daarom als vijanden
beschouwd en gevangen genomen. Slechts na het
betalen van een losgeld werden ze vrijgelaten. In
1604 zaten 38 Nederlanders in Algiers gevangen.
De Staten-Generaal besloten de Algerijnen uit Sluis
naar huis terug te brengen als teken van goede wil;
misschien was men in Algerije wel bereid tot een
soort "uitruil", "hoift per hoift". De Staten stuurden
Pieter Gerritsz mee, die, net als zijn collega Coy, de
instructie kreeg de slaven goed te verzorgen en een
begin te maken met diplomatieke betrekkingen.
Gerritsz werd vriendelijk ontvangen en als dank
voor het terugbrengen gaf de pasja acht Neder
landse gevangenen uit zijn persoonlijk bezit hun
vrijheid terug.
Gerritsz was hiermee niet tevreden en vond dat
de Algerijnen zich niet aan hun afspraken hielden
Het gefortifïeeerde Algiers, gravure 1725.
Uit: Historisch verhael van den steden Thunes, Algiers ende
andere steden in Barbarien gelegen, 's-Gravenhag'e, 1975, afb.2.
777/777?.
12
Oude relaties