weken na het overlijden van de partner opnieuw in het huwelijk te treden, "t geen streed tegen de ge- meene oirbaarheid'. Die weduwen waren kennelijk de druppels die de emmer deden overlopen. Schotschriften In de leeskamer van het Zeeuws Genootschap in de Wagenaarstraat bevond zich een verzameling schotschriften over de onlusten in Zeeland tussen 1702 en 1714, waar Nagtglas enthousiast uit citeert in zijn aantekeningen.'6 Over ene Boddaert begint het schotschrift met de regels: Dan zal (als het regt zegeviert), Dan zal geen hypocriet zijn broeders huis beloe ren En tot zijn eigenbaat een gansche stad beroerez. Daarna volgen meer niet erg vleiende regels. Waarschijnlijk slaan ze op mr. Pieter Boddaert ju nior, - schrijver van veel onkiese gedichten - die 'een onrustig leven op een treurige wijs te Amsterdam op 9 maart 1805 eindigde'.'7 En over Wilhelmus Coutier, predikant te Middelburg, gaan zijn aantekeningen wel erg ver: Mr. Wilhelmus Coutier, Gaat trouwen met vrouw Grenier. Klein manneke, veel grooter sot, Gij trouwt een oude rommelpot. Een schelle tong, een ieelijk wijf, Dat is een vreeslijk tijdverdrijf. Ook de Goesenaren komen er niet altijd genadig af in de pamfletten. Over de Goese Nicolaas Matheus Eversdijk, betrokken bij de regeringsonlusten in Goes rond 1690, wordt geschreven: De Goesche sukkelaar, die babbelaar van staat, Kan in het zinkend schip, nog dienen voor koksmaat. Wat er verder nog vermeld wordt over de vrouw des huizes vond Nagtglas minder geschikt om over te nemen! Luifelschriften Voordat in de stad de wijken en woningen door let ters en nummers werden gekenmerkt, droeg ieder huis een naam en wanneer het een winkelhuis was werd die naam zoveel mogelijk met de nering in verband gebracht. Nagtglas haalt enkele luifel schriften aan,18 die vermeld zijn in de vrij zeldzame eerste druk van een verzameling, uitgegeven in de zeventiende eeuw door Jeroen Jeroense.1'' Op de Dwarskaai te Middelburg las men bijvoorbeeld: Doe Jacob meer bij Rachel sliep, werd Lea jaloers. Hier besteedt men meisjes en minnemoers. En bij een breischool: Hier woont Jannetje Simons jonge dochter met eere, Sij braait kousens voor de lui, en houdt oog op jonge dogtertjes om dat te leere. In Veere stond op een winkelpui het volgende: Jonas was in den buyk van den wallevis 3 dag en 3 nagten Evenwel hield hem de Heer nog in gedagten. ik wensch dat ik als hem mag worden soo bemind, Hier verkoopt men tot ieders gerief, best linnen, garen en lint. Het verband tussen de liefde Gods en de verkoop van garen en lint is niet helemaal duidelijk. ^lAftvJcSÉSKS Titelblad Koddige en Ernstige Opschriften). ZDC 1088 D 13. Frederik Nagtglas 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 24