uur vermeld had. De aantekeningen gaan daar veel verder op in,36 en vertellen ons bovendien meer over Meesters' leven. Een vriend Jung kreeg van Meesters het verzoek hem te bezoeken op een bepaalde tijd, omdat hij op dat uur zou sterven. De vriend, die aan een grap dacht, kwam een dag" later en hoorde dat Meesters inderdaad op het afgespro ken uur was gestorven. Aan zijn schoonzoon vroeg Meesters in de sterfkamer waarom hij zo vroeg de luiken sloot. Na het antwoord dat die helemaal niet gesloten waren, verzuchtte de stervende: 'Dan nog weer wat geleerd, dat een mensch die sterft geen licht meer nodig heeft'. In de Levensberichten staat dat deze Meesters voor onderwijzer was opgeleid, maar in de aantekeningen3' wordt juist vermeld dat hij niet voor het onderwijs was opgeleid maar in tabak reisde voor zijn stiefvader. Toen hij eens een bedrag van twee- of driehonderd gulden niet kon verantwoorden, ging hij niet terug naar huis maar nam dienst bij de Fransen. Als onderwijsman vin den we hem voor het eerst jaren later als huison derwijzer in Nijmegen, en hij beëindigde zijn car rière als hoofdonderwijzer in Sluis. Bij het voorbeeld van Pieter Meesters kunnen we duidelijk spreken van belangrijke verschillen tussen aantekeningen en publicatie. Wel of niet de moeite waard Er zijn nogal wat mannen over wie Nagtglas in zijn aantekeningen meer of minder uitgebreid melding maakt, maar die toch in de Levensberichten overge slagen worden. Een voorbeeld daarvan is Pieter Jacobus Kornelis Thomsen, 'ongehuwd zijnde, als een trouwe verzorger van een tweetal zijner zus ters'."1 Het was volgens Van der Baan - die de gege vens leverde - een onderwijzer die stukjes heeft gepubliceerd die nuttig voor onderwijzers en het onderwijs waren, dichtstukken in de Zeeuwsche Volksalmanak van 1845 en 1846 schreef en een zeer doelmatig ingerichte honderdjarige almanak van 1764 tot 1865 afleverde. Ook over Cornelius van Oosterwijk, een predi kant die sinds 1751 in Zaamslag zijn ambt uitoe fende, was best wat te vertellen geweest. In 1765 ontstond ruzie met de schoolonderwijzer Floris Pleijte. De ambachtsheren en de classis van Walcheren - Staats-Vlaanderen ressorteerde toen kerkelijk onder de classis Walcheren - bemoeiden zich er herhaaldelijk mee, zonder veel resultaat. Aan boord van een vaartuig' dat hem van Middel burg naar Zaamslag zou brengen stierf hij 3 april 1767; vermoedelijk werd hij vergiftigd." En hoewel er twee Zeeuwen met de naam Bois behandeld zijn in de Levensberichten, is A. Bois uit Middelburg niet genoemd, terwijl die in 1624 een goedkope manier uitvond om kamers te verwarmen, voor waar geen kleinigheid.4" 't Is spijtig dat Nagtglas niet vermeldt op welke manier het meneer Bois ge lukte de kamer warm te krijgen. Bekende namen Alexander Francois Sifflé (1801-1872) Vergelijken we van een aantal bekende Zeeuwse personen de aantekeningen met de uit eindelijk gedrukte tekst, dan zien we soms op zienbarende verschillen. De aantekeningen over bijvoorbeeld notaris Alexander Francois Sifflé zijn kostelijk.41 Nagtglas beschrijft de kennismaking' met de notaris en zijn omgeving als volgt: 'Zijn kennis maakte ik het eerst in het kantoor aan het einde van een donkere gang van zijn woning in de lan gen delft. Dat hooge, smalle, sombere vertrek, dat A.F. Sifflé. Zei. 111. IV 818. 26 Frederik Nagtglas

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2007 | | pagina 27